Page 75 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 75

45. WIE VERMOORDDE JEANNETTE STANDAERT ?

                    Hierop verleende het Hof het woord aan de tweede verdediger van De Laere, meester
             Edmond Van Dieren, die bij de aanvang van zijn pleidooi met volle nadruk beklemtoont hoe hij
             deze opdracht in geweten wil vervullen.
             .”Dit geding," zo zegt hij, "wekt veel belangstelling op bij de openbare opinie omdat het een
             herziening betreft, die op zichzelf zeer ongewoon, zelfs zeldzaam is. En de vraag "Is er iemand
             onschuldig veroordeeld ?" bekommert velen. Want de vraag "Wie vermoordde Jeannette
             Standaert ?", is onbeantwoord gebleven."

             Verdediger beschouwt deze moordzaak als een politieroman. "Maar in een politieroman worden de
             sporen nauwkeurig opgenomen. Hier is dat niet gebeurd. Er wordt een haartje gevonden aan de
             sleutel der secretaire. Maar er wordt geen aandacht aan geschonken.
             Ik weet niet of Timmermans deze moord pleegde. Dat werd immers niet bewezen. Maar de
             verdenkingen, die op hem wegen zijn minstens zo zwaar als die waarop De Laere werd
             veroordeeld."

             Dat De Laere in ongunstige omstandigheden voor het Assisenhof verscheen moet blijken uit het
             feit, dat twee personen, die als getuigen werden opgeroepen, belang hadden bij zijn veroordeling.
             En bovendien was het onderzoek zo onvoldoende dat vele mogelijkheden om de waarheid te
             achterhalen werden verzuimd.

             "Net als De Laere voelde ook Timmermans zich bedreigd. Hij en Van Driessche legden voor het
             Assisenhof de eed af. "Ik zweer, voor God en voor de mensen, te spreken zonder haat en zonder
             vrees..." En toch sluipt Van Driessche naar de gezworenen aan wie zij verklaart : "Indien gij De
             Laere niet veroordeelt, gaat het om ons leven..." Er zijn hier getuigen gekomen, die onder eed
             bevestigden, dat zij haar dat hebben horen zeggen. En ik blijf bereid tot een nieuw onderzoek, om
             het uw geweten gemakkelijker te maken een beslissing te vellen..."

             Verwijzend naar het voortreffelijk pleidooi van Mr. Naudts, is Mr. Van Dieren van oordeel, dat alle
             elementen uit de akte van beschuldiging voor het assisenhof voorgebracht, ontzenuwd werden en
             dat alle bezwaren, tegen De Laere ingebracht bij het rekwisitoor door het Openbaar Ministerie,
             opgeheven zijn.
             Een parenthesis openend, leest Mr. Edmond Van Dieren dan enkele uittreksels uit Multatuli 's
             "Barbertje moet hangen", waar de onschuld van de verdachte blijkt uit het verschijnen van het
             vermeende slachtoffer maar toch een veroordeling wordt uitgesproken op beschuldiging van...
             eigenwaan.
             "De Laere moet hangen..." aldus Mr. Van Dieren, "omdat hij zich bezondigd heeft aan eigenwaan.
             Want hij heeft het aangedurfd op de bezwaren te antwoorden : "Ik ben onschuldig. !"

             En hier onderstreept Mr. Van Dieren in welke bevoorrechte positie de advocaat-generaal staat t.o.v.
             de verdediging.
             "Hij heeft immers de debatten voor het Hof van Assisen kunnen volgen. Wij niet. Maar aan de
             andere kant betekent dat een dualiteit want hij moest tegen De Laere rekwireren. Waar hij nu, als
             openbaar ministerie in dit onderzoek tot herziening, zou bekennen, Ik heb mij vergist...!" wie zou
             hem de steen werpen ? Hij en het vorig Hof hebben immers in geweten geoordeeld. Maar nu zijn er
             feiten, die het Hof van Assisen niet kende. En het is met de magere ingrediënten, die het Openbaar
             Ministerie toen bezat, dat de akte van beschuldiging werd opgesteld.


                                                                                                           75
   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80