Page 72 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 72
Hiertegenover staat, wat bevestigd werd tijdens het onderzoek der herziening dat De Laere geen
vertrouwde was van het huis, dat hij in geen 13 jaar nog in huis geweest was. Zijn tante verklaarde
aan Jean Standaert vòòr haar dood, dat het meer dan tien jaar geleden was dat ze De Laere nog had
gezien.
Het derde vermoeden tegen De Laere.. "Hij heeft in de verkoop van de familiemeubelen de
secretaire en de tafel" waarvan een hoek was afgeslagen door de vechtpartij, gekocht, om de
bewijzen van zijn misdaad te onttrekken aan de aandacht."
Vooreerst dient bemerkt dat die meubelen thans nog in het huis van De Laere staan. En bovendien,
als men dergelijke afgrijselijke moord pleegt, neemt men als souvenir of als aandenken daarvan, de
meubelen, die een rol gespeeld hebben in die moord, niet in zijn huis. Het is tegen alle psychologie
in, dat een persoon er aan zou houden, dagelijks herinnert te worden aan zijn monstermoord.
In het feit dat De Laere die meubels kocht en ze jaren nadien nog in zijn woonst heeft staan, ligt 't
zekerste bewijs dat De Laere de moordenaar niet is.
Het vierde vermoeden tegen De Laere. "Enkele weken na de moord vond men de deursleutel van de
woonst van Jeannette Standaert, die kort na de moord verdwenen was en niet kon terug gevonden
worden niettegenstaande een zeer grondig onderzoek, op een slaapkamer terug.
Het was juist op die slaapkamer waar voorwerpen stonden die de echtgenoten De Laere hadden
aangekocht van de erfenis.”
De aanklagers zeggen : De Laere heeft die sleutel daar teruggebracht. Waarom zou De Laere die
sleutel hebben teruggebracht ? Om iemand anders verdacht te maken ? Maar De Laere heeft
niemand beschuldigd - dit vooreerst en ten tweede, als dit zijn bedoeling was, waarom zou de Laere
die sleutel verdoken hebben onder een mat juist in die kamer waar de door hem gekochte meubelen
zich bevonden, waarom niet in de kamer waar er meubelen stonden, aangekocht door iemand
anders ?
Er heeft niemand gezien wie de sleutel teruggebracht heeft op die kamer. Hij werd daar gevonden
door Elisabeth Van Driessche die hem gaf aan de echtgenoten Standaert- Burm.
Het kan als vaststaand aanzien worden dat het de moordenaar zelf is die de sleutel daar gelegd heeft
en dat hij dat ook gedaan heeft om iemand anders te beschuldigen. De moordenaar is dus zeker
iemand van wie op die kamer geen meubels stonden.
Een andere contradictie in de stelling van de aanklagers : De Laere zou er aan gedacht hebben deze
sleutel te doen verdwijnen, twee weken na de moord, maar het bijltje dat maanden na zijn
aanhouding nog in zijn kolenkelder lag en waarmede de moord zou gepleegd zijn, daar zou hij niet
aan gedacht hebben, dat bvb. in de Schelde te Temse te gaan gooien.
H et vijfde vermoeden tegen De Laere. "Zijn alibi'".
De Laere heeft jarenlang te St. Niklaas gewoond waar zijn vader landmeter was. Heel de familie
van zijn vrouw woont daar. Niemand heeft hem de dag van de moord te St. Niklaas gezien.
Hij verklaarde gans de dag in Antwerpen te zijn geweest en gaf als getuigen daarvan op : Maria
Smet en Mme Caron.
Hij beweerde heel goed te weten dat hij een badmuts was gaan kopen in de namiddag bij Van
Schelle Sports op de Meir.
Maria Smet wordt ondervraagd in 1948 nadat ze enkele weken te voren ten huize van De Laere
door hem de deur werd gewezen. Zij zou thans dit alibi van De Laere in twijfel trekken en hem
belasten.
Het alibi van De Laere werd niet bevestigd maar zijn verblijf te St. Niklaas op de dag der moord
was uitgesloten, anders zou men hem daar gezien hebben.
72