Page 67 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 67

Getuige De Caestecker. Die aanwijzingen van de twee getuigen, die vermeld staan in het P.V. van
             ondervraging van Timmermans zijn mij niet tezelfdertijd door Timmermans aangeduid geweest.
             De naam van Mr. Opsomer is mij aangegeven naar de aanleiding van de wijziging aangebracht in
             ‘t testament. Veel later in de loop van de ondervraging heeft Timmermans mij gesproken over
              Mme Van Haver naar aanleiding van mijn ondervraging nopens de ruzie tussen hem en het
             slachtoffer.

             Getuige Timmermans: Op 't ogenblik dat ik mijn gebuur de coiffeur aan Commissaris De
             Caestecker als getuige heb aangewezen heb ik met deze persoon over het feit dat ik op het uur van
             de moord met hem voor ons deur had staan spreken, niet gesproken. Ik heb maar voor het eerst met
             Borms Joseph over dit feit gesproken, toen ik het bezoek ontvangen heb van de echtgenote Borms,
             die na het verschijnen van een artikel in een blad over de tegenwoordige herzieningszaak mij kwam
             vragen of ik het al gelezen had.
             Als ik aan 't huis van de moord toegekomen was, was de massa van het volk reeds weg en stonden
             daar nog enkele personen. In de winkel heb ik daar aangetroffen Jean Standaert en de politieagent
             Vermeulen.
             Op dit ogenblik was het slachtoffer reeds geruime tijd weggedaan naar de kliniek. Op 't ogenblik
             dat ik het huis verlaten heb, na daar enige tijd te hebben vertoefd. kwam Alphonsine Burm juist
             terug van de kliniek. Ik stond op dit ogenblik te klappen, met mijn meid en Maria Baumans, aan het
             huis daarnaast, er stonden daar nog enkele andere personen.

             Hierop geeft het Hof opdracht aan Commissaris De Caestecker onverwijld Joseph Borms per auto
             te St. Niklaas te gaan ophalen.

             Tot hier de akte van de confrontatie De Caestecker- Timmermans.

             Na een schorsing wordt een kleine man door Commissaris De Caestecker in de zittingzaal
             binnengeleid. Het is de 65 jarige haarkapper Jozef Borms uit de Regentiestraat te St. Niklaas.

             Voorz. - Herinnert gij u de dag van de moord op Jeannette Standaert ?
             Get. - Ja.
             Voorz. - Hebt gij Timmermans die namiddag gezien ?
             Get. - Ik stond bij Mijnheer Timmermans aan de deur te klappen van in de namiddag. En toen was
             het juist luchtalarm.
             Voorz. - Stond gij al lang bij Timmermans ?
             Get. - Van meer dan een half uur tevoren.
             Voorz. - Door wie kwam jij te weten dat er een moord gepleegd was in de Statiestraat ?
             Get. - Van de man die kolen kwam brengen. Ik zei : "Dat zal bij juffrouw Standaert zijn." En ik heb
             dadelijk mijn dochter bij Mijnheer Timmermans gestuurd om hem te verwittigen.
             Voorz. - Hebt gij Timmermans dan nog gesproken ?
             Get. - Neen. Maar ik heb hem langs achter zien buiten komen en weggaan.
             Mr. Van Dieren - Is getuige de gewone kapper van Timmermans ?
             Get. - Ja.
             Mr. Van Dieren - Wanneer heeft Timmermans aan mijnheer gevraagd of hij hem als getuige mocht
             opgeven ?
             Get. - Hij heeft me dat niet gevraagd. Ik heb dat zelf aan Timmermans aangeboden als ik de laster
             in de gazet heb gelezen.





                                                                                                           67
   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72