Page 65 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 65

V. - : Bij de verdeling der meubels ?
             Get. - : Ja.
             V. - : Heeft mijnheer Timmermans, zoals al de andere erfgenamen, iets gekocht ?
             Get. - : Neen.
             V. - : Hij heeft niets overgenomen.
             Get. - : Neen, hij heeft niets overgenomen van Jeannette.
             V. - : bent u er nadien nog geweest ?
             Get. - : Ja, met Madame De Mey.
             V. - : Hebt ge dan daar op zeker ogenblik niets gevonden ?
             Get. - : Ja.
             V. - : Wat?
             Get. - : Een sleutel.
             V. - : Waar lag die sleutel ?
             Get. - : (aarzelend)... die sleutel moet gelegen hebben... heel de kamer was overhoop... er lag van
             alles op de grond... ik heb de sleutel dan genomen...
             V. - : W aar hebt ge die sleutel gevonden ?
             Get. - : Op de grond, aan de kast, aan de matten.. .
             V. - : Lag de sleutel onder of op de mat ?
             Get. - : Dat zal eerder onder de mat geweest zijn.
             V. - : Had mevr. De Mey matten gekocht ?
             Get. - : Weet ik niet.
             V. - : Hebt ge die sleutel niet herkend ?
             Get. - : Neen.
             V. - : Wist ge dat de sleutel van de winkeldeur na de moord verdwenen was ?
             Get. - : Ja.
             V. - :  Hebt ge die sleutel dan niet herkend ?
             Get. - : Ik kon die sleutel niet herkennen. Ik heb er drie jaar gewerkt en op al die tijd is die sleutel
             ene keer van de deur geweest en dan nog met een koord aan mijn hals om naar het theater te gaan.
             V. - : En toen ge die sleutel zag liggen, hebt ge dan aan niets gedacht ?
             Get. - : Neen.
             V. - : Hebt ge niet gezegd : is dat een sleutel van Uw kast ?
             Get. - : Ik heb gevraagd aan Mad. De Mey. Hebt ge de sleutels van Uw kas ?
             V. - : Ge hebt dus gedacht dat de sleutel die ge gevonden had een sleutel was van de kast die ze ge-
             kocht had ? Wat soort van kast was dat ? Een oude ?
             Get. - : Dat was een heel schoon slaapkamer.
             V. - : Ge hebt daar drie jaar gewoond en ge kunt niet zeggen welke sleutel er op die kastdeur was ?
             Get. - : ...
             V. - : Ge hebt die sleutel in handen gehad. Kunt ge nog zeggen welke sleutel het was ?
             Get. - : Neen.
             V. - : Ge kent de sleutel dus niet die altijd op de deur stak, die ge hebt meegekregen om naar een
             vertoning te gaan ? Maar gij waart het toch die meestal naar de deur werd gestuurd om ze te openen
             of te sluiten ?
             Get. - : Ja.
             V. - : Ge hebt de sleutel dus in handen gehad al was het maar om het slot open of dicht te draaien.
             Kent ge dan het model van die sleutel niet ? Ge weet toch wel of het een grote of een kleine sleutel
             was ?
             Get. - : Kan ik niet zeggen...
             V. - (toont een sleutel) : Was het een sleutel als deze ?
             Get. - : Kan ik onmogelijk zeggen !

                                                                                                           65
   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70