Page 64 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 64

41. ELISABETH V AN DRIESSCHE HERKENT DE SLEUTEL VAN DE WINKELDEUR
             NIET !

                    Van belang is de getuigenis van Elisabeth Van Driessche.

             Voorzitter. Ge zijt ongeveer drie jaar huishoudster geweest bij Mej. Standaert.
             Getuige : Ja.
             V. - : Mijnheer Timmermans kwam bij Mej. Standaert veel op bezoek.
             Get. - : Ja, hij knapte voor haar de zaken op.
             V. - : Voor de moord gepleegd werd was mevr. Timmermans ziek.
             Get. - : Ja.
             V. - : Woonde U in die tijd nog bij Mej. Standaert ?
             Get. - : Ja.
             V. - : En Mej. Standaert heeft U dan naar mevr. Timmermans gestuurd om haar te verplegen en het
             huishouden te verzorgen.
             Get. - : Ja.
             V. - : Na het overlijden van mevr. Timmermans bent u bij Mej. Standaert weggebleven.
             Get. - : Ja, twee maand en half na haar overlijden.
             V. - : Bent u daar uit eigen beweging weggebleven?
             Get. - : (aarzelend)... Eerst heeft Mej. Standaert mij opgezegd maar nadien haar woord
             teruggetrokken.
             V. - : Zij heeft U dus ontslagen op acht dagen ?
             Get. - : En nadien teruggetrokken.
             V. - : En als de acht dagen verstreken waren bent u weggegaan ?
             Get. - : Ja, ze heeft me , s vrijdags gezegd : "je mag blijven." waar ik niet op geantwoord heb en
             ben dan , s zaterdags weggegaan.
             V. - : Waarom heeft Mej. Standaert U opgezegd ?
             Get. - : Ik wist te veel. Ik was te veel op de hoogte van haar secreten.
             V. - : Zei ze dat ?
             Get. - : Ja.
             V. - : Welke geheimen had ze U dan toevertrouwd ?
             Get. - : (aarzelend)... Familieaangelegenheden.
             V. - : W as de reden van de opzeg niet dat er tussen U en mijnheer Timmermans zekere
             betrekkingen ontstaan waren ? Is dat niet de reden waarvoor ge uw ontslag hebt gekregen ?
             Get. - : (aarzelend)... Neen, dat is niet de reden...
             V. - : Laat ons aannemen dat dit de reden niet was, maar weet ge of Mej. Standaert U dat verweet
             of U daar van verdacht ?
             Get. - : Neen, ik weet niet.
             V.- : Timmermans zelf heeft aan zijn tante een brief geschreven waarbij hij haar liet weten dat ze
             moest ophouden met laster te vertellen over de kwestie van die betrekkingen. Weet u daar iets van ?
             Get. - : Later, na de dood van madame..., heu... van Mej. Standaert ben ik hiervan op de hoogte ge-
             bracht.
             V.- :  Wat ?
             Get. - : Na de dood van Jeannette Standaert ben ik daar volledig op de hoogte van gebracht.
             V. - : Op het ogenblik van de moord had ge reeds enkele maanden uw intrek genomen bij mijnheer
             Timmermans.
             Get. - : Ja.
             V. - : Wat weet ge dan over die tijd van de moord ? Wanneer bent u daar nog in huis geweest ?
             Get. - : Veertien dagen nadien...

             64
   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69