Page 73 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 73
Zesde vermoeden; "De houtbijl."
Wat de bijl betreft is het niet aan te nemen dat De Laere, die door de psychiaters beschouwd wordt
als verstandig en slim, deze in zijn kolenkelder zou hebben laten liggen tot jaren na de feiten en tot
maanden na zijn aanhouding.
Had men de bijl gevonden bijvoorbeeld begraven in de grond in zijn hof, dan was er een ernstig
vermoeden geweest maar in de omstandigheden waarin ze werd gevonden kan men zeggen dat ze
zeker niet het wapen der misdaad is.
En Mr. Naudts pleit verder : over het deskundig onderzoek op de schedels, waarbij dokt. Piret, die
de zaak van bij de aanvang had gevolgd, niet werd geraadpleegd, terwijl de proefschedels zo
werden gemengd, dat ze verwisseld werden met die van het slachtoffer.
Verdediger veroordeelt de getuigenis van de gewezen politieagent Van Nieuwenborgh, als
onbetrouwbaar.
Ook de beweringen als zou het onderzoek naar de moordenaar op bevel van de Duitsers stop gezet
zijn worden door Mr. Naudts afgewezen. Het is immers gebleken hoe, tegen dit zogenaamd verbod
in, de politiecommissaris van St. Niklaas toch de opsporing heeft voortgezet...
En hier schakelt de verdediger over naar de nieuwe feiten, waaruit moet blijken dat de animositeit
tussen Jeannette Standaert en Timmermans leidde tot heftige ruzies, die handtastelijkheden konden
uitlokken.
En verder wordt breedvoerig uitgeweid over de betekenis der testamentaire beschikkingen van het
slachtoffer ten nadele van Arthur Timmermans.
Verdediger betoogt op formele wijze dat de moord bedreven is door iemand die kennis had van de
inhoud van een van de twee testamenten en die vreesde dat het slachtoffer wijzigingen zou brengen
aan de bestaande toestand.
Inderdaad zegt hij : "Ofwel werd de moord gepleegd door iemand die het Notarieel testament kende
en niet het onderhands (opgemaakt enkele weken voor de moord) en vreesde dat zijn bevoorrechte
toestand ging gewijzigd worden. - ofwel werd ze gepleegd door iemand die afwist van het onlangs
opgemaakte onderhands testament (waarbij Timmermans was onterfd) en vreesde dat na verloop
van een zekere tijd Timmermans er in zou gelukt hebben terug de sympathie van het slachtoffer te
herwinnen.
Tot deze vertrouwelingen, die iets afwisten van de testamentaire beslissingen van Jeannette
Standaert behoorden maar enkele personen, maar zeker niet De Laere."
Mr. Paul Naudts weidt dan verder breedvoerig uit over het vierde nieuwe feit : De regeling met de
gebuur van Jeannette Standaert wonende in n° 9 Remi Smet.
De moord werd voltrokken in volle dag, in een huis dat paalt aan twee andere.
De namiddag van de moord was in het aanpalend huis bewoond door Remi Smet niemand
aanwezig.
En hier is nu een nieuw tot op heden onbekend feit : de vermoorde was met de familie Smet
overeengekomen dat in geval van onraad of ziekte, of wanneer ze hulp nodig had, zij op de
scheidsmuur zou kloppen (verklaring Dr. Gislen en van Remi Smet).
Deze overeenkomst bracht nu mee dat een moord, in dit huis, waar men in het naburig huis elk
gerucht hoort, praktisch was uitgesloten tenzij bij afwezigheid van de bewoners in het huis van De
Smet.
73