Page 80 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 80
Wanneer het Hof nu vaststelt dat het onderzoek van het Beroepshof van Gent niet naar de eis van
de wet is geschied, doet het geen uitspraak over de gegrondheid der aangevraagde herziening, maar
bepaalt er zich toe een nieuw onderzoek te bevelen.
Het Hof van Cassatie kan, bij het onderzoek van de aangeklaagde onregelmatigheden, er niet te
buiten deze te toetsen aan de feiten en omstandigheden van de zaak zelf. Het Hof van Cassatie heeft
dit trouwens reeds gedaan toen het de feiten, welke als nieuw voorkwamen, heeft onderzocht en
kennis genomen van het door de wet geëiste advies van een college van drie advocaten bij het Hof
van Beroep.
In deze zaak dringt zich een grondig onderzoek des te meer op daar, door het gunstig arrest van het
Hof van Cassatie zelf, een ernstig vermoeden ontstaan is dat de eerste rechtspleging (bedoeld wordt
het Hof van Assisen van Oost-Vlaanderen) tot een verkeerde uitspraak en tot de veroordeling van
een onschuldige tot levenslange dwangarbeid heeft geleid en dat derhalve elk verzuim, elke
nalatigheid en elke schending van rechten der verdediging tot het nietig verklaren van de
rechtspleging en tot de verzending voor een nieuw onderzoek, voor een ander Hof van Beroep,
moet leiden.
Mr. Van Dieren wees dan met scherpte op de zeer gewichtige onregelmatigheid die erin bestond het
onderzoek van de nieuwe feiten door het Hof van Beroep toe te vertrouwen aan dezelfde magistraat
die de beschuldigingakte, welke verschillende onnauwkeurigheden inhoudt, tegen Frans De Laere
had opgesteld en die de veroordeling van De Laere aan de jury had gevraagd wegens roofmoord,
hoewel toen reeds bewezen was dat Jeannette Standaert geenszins het slachtoffer van een
roofmoord is geworden en zulks niettegenstaande de jury slechts met zeven stemmen tegen vijf
tegen Frans De Laere de doodstraf had gevorderd.
Aan diezelfde magistraat, aldus Mr. Van Dieren. werd de taak toevertrouwd het Beroepshof over de
uitslag van dit onderzoek te adviseren.
Mr. Van Dieren gaf dan de geschiedenis welke leidde tot de wet op de herziening, welke na vele
jaren strijd in 1894 tot stand kwam om dan te besluiten dat de aanduiding van bedoelde magistraat
(het gaat hier dus om de advocaat-generaal Van Houdt) een erge schending is van de rechten der
verdediging, wat op zichzelf voldoende moet zijn het advies van het Hof van Beroep te Gent nietig
te verklaren en een nieuw Hof met een nieuw onderzoek te belasten.
"De zaak is het onderzoeken waard want de grootste twijfel is aanwezig nopens de schuld van De
Laere, mijnheer de voorzitter, dit Hof is meer dan een "caisse enregistreuse !".
Nadat Mr. Naudts de memorie van verdediging had neergelegd bracht Advocaat- Generaal Janssens
de Bisthoven dan advies uit in gebroken Nederlands.
Mr. Van Dieren, zo begon hij, heeft me niet overtuigd.
Het staat vast dat de wet niet toelaat dat het Hof van Cassatie de grond van de zaak beoordeelt.
Er blijft daarom niets anders over dan het verzoek om herziening van het proces De Laere af te
wijzen en dit op grond van het arrest van het Hof van Beroep te Gent.
Mr. Edmond Van Dieren heeft blijkbaar voor een muur gepleit want het eerbiedwaardige Hof
verwierp de aanvraag tot herziening en... veroordeelde De Laere meteen tot de kosten.
Zo viel dan het doek - onmeedogend - over het derde en wie weet laatste bedrijf van dit drama
waarvan het gehele gegeven nog verwarder is dan verward.
80