Page 85 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 85

9. SCHRIJVEN AAN DE DESKUNDIGEN ( stukken 418 en 420).

                                                                     Dendermonde, den 29 Juli 1949.
             Mijnheer de Deskundige,
             Uw brief van 26.7. '49 ter hand, alsmede het deskundig verslag.
             Tot mijn groot spijt moet ik vaststellen dat de werkzaamheden en het verslag enkel opgemaakt
             geweest zijn door twee deskundigen, wanneer mijn ambt een collegium aangesteld had.
             De opgelegde zending is dus niet uitgevoerd geweest en uw ingezonden verslag kan mijn inziens
             niet dienen als wettig verslag, maar enkel als inlichting van werkzaamheden uitgevoerd door
             Professor Dokter Thomas en Professor Dokter Bessemans voor welke werkzaamheden ze niet
             afzonderlijk aangesteld zijn geweest.
             Die handeling is des te spijtiger daar mijn ambt meer dan eens aan de drie deskundigen geschreven
             heeft, waarin het in ieder afzonderlijke brief meldde dat de twee andere collega's telkenmale
             specifiek genoemd van zelfde schrijven bericht werden.
             Naar het gene mijn ambt vernomen heeft zou de derde deskundige Dr. Piret zelfs nooit bericht
             geweest zijn door U omtrent het overgaan tot een of andere werkzaamheid.
             Ingevolge de wet is het mijn ambt bovendien onmogelijk de kostenstaat die U afzonderlijk indient
             te taxeren daar de zending welke meldde dat er diende in "samenwerking" gehandeld.
             Ik stuur zelfde brief naar de Heer Prof. Thomas en naar de Heer Procureur des Konings om zijn
             ambt in te lichten omtrent deze onbegrijpelijke handelwijze.
             Wil aanvaarden, Mijnheer de deskundige de verzekering mijner hoogachting.
             De Onderzoeksrechter.


             10. SCHRIJVEN AAN DE PROCUREUR DES KONINGS (stuk 419).

                                                                     Dendermonde, den 29 Juli 1949.
             Mijnheer de Procureur des Konings,
             In zake De Laere verdachte van moord op Standaert Jeannette. heeft mijn ambt op 4.12.49 een
             collegium van 3 deskundigen aangesteld en tot mijn spijt moet ik melden dat ik op 26.7.49 dus
             bijna 8 maand nadien, het verslag ontvangen heb, en moet vaststellen dat dit enkel opgesteld
             geweest is door twee deskundigen en de derde nooit bericht hebben van hunne werkzaamheden.
             Dientengevolge heb ik aan deze 2 deskundigen die bijgaande brief opgestuurd.
             De Laere Frans heeft opnieuw verzet aangetekend tegen de handhaving van zijn aanhouding op
             28.7.49 uitgesproken door de raadkamer alhier.
             Hoogachtend
             De Onderzoeksrechter.













                                                                                                           85
   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90