Page 88 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 88
Mijn deskundig oordeel althans is het mij niet mogelijk te wijzigen.
Aanvaard, Mijnheer de Onderzoeksrechter, de betuiging mijner oprechte gevoelens van
hoogachting.
De Deskundige,
( get.) Prof. A. Bessemans.
14. LAATSTE SCHRIJVEN VAN DE ONDERZOEKSRECHTER (stuk 428)
Dendermonde, den 10-8-1949.
Mijnheer de Deskundige,
Uw brief van 7-8-'49, waarin U meldt zoals ten andere in uw vorig schrijven dat U uit het oog
verloren bent dat er een "collegium" aangesteld geweest is.
Ik heb geen ogenblik uw beweringen in twijfel getrokken en Uedele weet genoegzaam reeds lang
mijn vertrouwen en ongetwijfeld dit van al mijne collega' s te genieten, opdat een ogenblik maar
aan uwe verklaringen zoude getwijfeld worden.
Uedele moet ook begrijpen dat wanneer U aan mijn ambt schrijft "Ons onderzoek..." en Prof.
Thomas "Wij spoeden ons, " en "wij" toch maar op de drie deskundigen van het collegium kunnen
slaan.
U vraagt me nu "Hoe die moeilijkheid op te lossen !"
Voor de neerlegging van het verslag had ik uw aandacht op het collegium getrokken. Waarom dan
toch Een verslag neerleggen beginnende "Wij Dr. Prof. Bessemans en wij Dr. Prof. Thomas...
aangesteld door... met opdracht..." als wanneer U dan toch wist door mijn vorig schrijven dat zulks
wegens onvolledigheid niet overeenstemt met de werkelijke opdracht.
Zoals in mijn vorige brief, moet ik herhalen dat het de rechter niet behoort zich in te laten met de
werkwijze der deskundigen.
Het voorstel, in uw brief vervat, schijnt me een wijze van oplossing.
Mijn ambt moet enkel een verslag hebben in hetwelk de samenwerking der drie deskundigen
vermeld staat.
Hoogachtend,
De Onderzoeksrechter.
88