Page 22 - Inleiding
P. 22
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Hoofdstuk 7: Kerk en maatschappij.
In mijn kinderjaren werden de Christelijke gezinnen gerespecteerd als ze één of meer priesters
en/of nonnetjes ‘kweekten’ ten dienste van de kerk en haar vertegenwoordigers, en er was
ook de ‘droom’ van de ouders, dat hun kinderen advocaat of dokter konden worden.
Voor het inkomen van het gezin werden dan buiten de ‘droomkweek’ ook één of meerdere
kinderen ‘gekweekt’ tot arbeider die liefst levenslang bij de ouders zouden blijven wonen om
‘de kost’ te verdienen. Laat ons zeggen als een soort financiële levensverzekering voor de
ouders.
De bedoeling van mijn ouders was waarschijnlijk dat ik tot zo’n extra inkomstenbron werd
gekweekt. Ik heb dan zolang ik niet getrouwd was braafjes mijn loon telkens tot de laatste cent
afgegeven aan mijn moeder, om ons gezin van dienst te zijn.
Gelukkig ben ik later aan dat systeem kunnen ontsnappen door te trouwen. Door te trouwen
voelden ik en mijn vrouw eindelijk het geluk van ‘bevrijding’ en het recht om ons eigen leven
te mogen leiden zoals ‘WIJ’ dit wensen.
De vraag “WAAROM BEN IK ZO GEWORDEN?” is een vraag die veel mensen zich tijdens hun
levensloop zouden moeten stellen. Het zou heel wat persoonlijke ‘problemen’ kunnen
oplossen. Ik denk dat in die zin ‘zelfkennis’ tot de gedachte kan aanzetten dat hij/zij het in het
eigen gezinnetje ‘anders’ zal aanpakken en zo de eindeloze cirkel van ongelukkige kinderen kan
verbreken.
Voor de duidelijkheid:
Voorgaande geeft de indruk dat ik ‘DAGELIJKS’ gestraft werd, maar dit ZEKER NIET!
Er waren wél die blijvende angst en dat minderwaardigheidscomplex die tussen mijn oortjes
gecreëerd waren, en die ontstaan waren door de cumulatie van onuitwisbare trauma’s…
gewoon omdat ik een héél gevoelig jongetje was.
Rond mijn twaalfde ging ik thuis lopen en mijn doel was mijn grootmoeder die toen op
Antwerpen linkeroever woonde. Ik had amper 15 frank gespaard, en dat was juist voldoende
om de busrit naar Antwerpen te betalen.
Bij grootmoeder aangekomen stortte ik wenend mijn hartje uit. Ik wilde niet meer naar huis,
maar bij haar blijven logeren… Resultaat: grootmoeder troostte mij en bracht mijn moeder
telefonisch op de hoogte. Daarna kreeg ik 15 frank voor de bus terug naar huis!
21