Page 25 - Inleiding
P. 25
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Aangezien de muziekmeester in de vakschool op de hoogte was van mijn zangtalent,
blokfluittalent, notenleerkennis en ik ook bovendien meezong in het schoolkoor, had ik met
deze leerkracht een soort vriendschapsband die moeilijk te omschrijven was.
Uiterlijk was hij tijdens de muziekles tegen mij even ‘streng’ of zelf ‘strenger’ dan tegen de rest
van de klasgenoten die nog nooit een muzieknoot hadden gezien, maar innerlijk bleek hij een
goed hart te bezitten.
Het is een feit dat in een vakschool de leerkrachten ‘strenger’ moesten zijn dan in een meer
theoretische opleiding om het ‘gezag’ te kunnen behouden.
Hij gaf weinig punten op proeven en huiswerken van de klasgenoten die het moeilijk hadden
met muzieknoten enz. en begrijpelijkerwijze kreeg ik met mijn kennis ter zake in mijn klas de
beste punten op dit vak.
Op zo een moment dat hij streng en luidop de namen en punten voorlas in de klas, had ik al zo
veel keer “nul” en dergelijk lage punten moeten horen dat ik bij een volgende naam die hij
afriep plots in een zotte bui recht sprong en zélf luidop riep “NUL!”. Iedereen schoot in een
lach natuurlijk maar wie er niet mee kon lachen was de muziekleraar zélf hé!
Zijn reactie -het schooljaar liep op haar einde- “SPANDEL voor straf moet je gans je schrift x-
keer volledig overschrijven tegen volgende week!” .
Ik verschoot van deze zware straf natuurlijk en mijn straf kwam dus nooit klaar tegen de laatste
schooldag. Elke keer hij me nog zag vóór de grote vakantie vroeg hij er naar en kreeg ik dus
rode oortjes!
Oef… daar begon de grote vakantie en ik gelukkig zeg.
Gedaan met school en straf schrijven én… ik moest niet blijven zitten én…volgend jaar was er
geen muziekles meer!
24