Page 26 - Inleiding
P. 26

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Hoofdstuk 8: De ontwikkeling van ‘mensenkennis’ was begonnen.


        Het was 1 september… begin nieuw schooljaar. Tijdens de eerste ontmoeting met de
        muziekleraar op de speelplaats sprak hij me aan “EN… WAAR IS JE STRAFWERK?”

        We keken in elkaars ogen en daar waar alle leerlingen bang waren voor deze strenge
        muziekleraar kon ik diep in zijn ogen de ‘pretlichtjes’ lezen.
        Hij liet het aan de andere leerlingen niet merken, maar ik voelde dat hij in feite blij was om mij
        terug te zien en sindsdien was ik een van de weinige leerlingen van die man, die doorhad dat
        hij in werkelijkheid een goede en lieve inborst had maar enkel ‘streng’ over kwam om de
        leerlingen van de beroepsschool in bedwang te kunnen houden. Ik voelde ook dat hij op zijn

        beurt door had dat ik in feite gewoon een brave jongen was met een grappig kantje aan.

        Mijn zesde zintuig… mensen aanvoelen… begon te ontwikkelen.

        Dat deze leerkracht een goed inborst had zal het volgende verhaaltje duidelijk maken.


        Behalve in het koor waar ik als sopraan zong, was er dus ook het schoolorkestje.
        Dit bestond praktisch alleen uit blokfluitspelers en we deden zowat jaarlijks mee aan een
        muziekwedstrijd onder verschillende scholen ergens in Limburg of zo. Dat was voor mij geen
        probleem.
        Op een bepaald moment besloot de muziekleraar die vol vertrouwen was over mijn zang- en
        andere muziektalenten, en die ook (via via) vernomen had dat ik vioolles volgde in de
        muziekschool, om mijn ‘viooltalent’ te gebruiken voor een optreden.
        Het zou een kort optreden worden waarbij al de anderen blokfluit speelden en ik vooraan zou

        zitten met mijn viool voor een paar stukjes eenvoudige solo.

        Tijdens de repetities in het kleine schoollokaal zonder publiek verliep het redelijk goed, maar
        de datum van het optreden naderde en de stress steeg dus ook relatief… zeker bij mij die een
        solo moest spelen op een instrument dat mij niet goed lag.
        De leraar was er vast van overtuigd dat het concert prima zou verlopen en bleef me genoeg
        moed inpraten…








                                                                                                                  25
   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31