Page 24 - Inleiding
P. 24

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Tijdens die reddingsactie werden we nog wat ‘verrast’ met allerlei griezeligheden. Een
        geraamte dat plots aan een koord voor onze neus zwaaide vanuit een boom enz.

        De ‘doodsschrik’ die ik toen had heeft gezorgd voor een levenslang trauma waardoor ik bang of
        ongerust bleef in het donker.
        Enkele decennia later werd dit soort traumatische ‘nachtspelen’ door de wetgevers gelukkig
        verboden…

        Het vervolg van mijn levensverhaal en de groei van mijn rebelse strijdvaardigheid tegen
        machtsmisbruik ten overstaan van mezelf en andere mensen hebben in het hiervoor
        beschreven ‘maatschappelijk’ gedoe hun oorsprong gevonden.
        Waar de anderen broekschijters waren (zijn) werd ik op den duur de ridder die voor hen in de

        bres spring, enne… ondanks ik steeds de kloppen moest opvangen en allerlei miserie kreeg
        (omdat ik voor anderen in de bres sprong- en spring), ben ik levenslang fier gebleven op deze
        karaktertrek.

        Enkele ‘grappige’ situaties die hieruit voortvloeiden mogen niet ontbreken.


        We hadden een leraar met de bijnaam ‘de Schoen’. Waar die bijnaam vandaan kwam heb ik
        nooit geweten, maar ik moest letterlijk ondervinden dat hij deze wél kende en dat er een
        reukje aan die bijnaam hing, anders zou hij zo niet gereageerd hebben.
        Tijdens de les ‘plaatbewerking’ kreeg ik ineens goesting om die leerkracht uit te testen of hij
        wel zijn bijnaam kende. Om de 10 minuten liet ik mijn werkstukje vallen en riep dan “Ai… recht
        op mijne (accentuerend) SCHOEN”.
        Na dit een paar keer herhaald te hebben was er steeds nog geen reactie van de meester, en ik
        dacht tja… ‘k zal er dan maar mee stoppen. Ik was er niet goed van bewust dat een

        medeleerling ook dat spelletje had meegespeeld, tot het moment dat we na de les het
        klaslokaal verlieten.
        De collega deugniet ging vlak voor mij de deur uit en PATAAT… die kreeg daar een ferme
        oorveeg om U tegen te zeggen. Hij draaide bijna rond!
        Ik dacht OEF! Gelukkig heeft ‘hij’ die oorveeg gekregen en ik niet.
        Maar ik was de volgende die door de deur ging, en mijn oorveeg was duidelijk nog straffer
        hoor!

        Ik had hier dus de bevestiging gekregen dat ‘de Schoen’ zijn bijnaam wel degelijk kende.

        Later kon ik om deze deugnieterij goed lachen maar op dat moment aan die deur… amaai!




                                                                                                                  23
   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29