Page 194 - Inleiding
P. 194
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Hoofdstuk 37: MAINTEC bvba ( 1994 -> ).
Bij deze werkgever werd ik aangenomen als ‘lasser’, maar achteraf heeft hij mijn functie
blijkbaar gewijzigd in ‘brigadier’ (?). Het waarom hiervan moest ik later ervaren…
Deze werkgever zijn ‘bureau’ bevond zich in een appartementje in Antwerpen en voor zover ik
ondervonden heb ‘leende’ hij zijn personeel uit voor de ongezondste jobs aan goed betalende
‘externe’ bedrijven.
Er bleken slechts 5 werknemers te zijn.
‘t Was dus weer zo een sjoemelaar die ‘gewillige’ mensen aannam!
Dat ik door hem als ‘brigadier’ werd gebruikt, moest ik dus vaststellen toen hij de eerste dag al
een ‘urenstaat’ in mijn handen had geduwd.
Daarop moest ik (als brigadier) de aanwezigheden van zijn personeel noteren en deze data
ééns per week bij meneer de bedrijfsleider gaan afgeven op zijn appartement (bureau).
Nota: Korte ‘toenmalige’ wetgeving.
A) Volgens de wetgeving mag een ‘proefcontract’ worden verbroken, zowel door de werknemer
als door de werkgever indien één of beide partijen dit nodig achten.
B) Indien de werkgever het proefcontract verbreekt hoeft hij géén sancties te verwachten.
C) Indien de werknemer het proefcontract verbreekt, de reden mag nog zo grondig zijn… dan
kan deze rekenen op een zware financiële afstraffing vanwege de RVA!
De wet werkt hier dus met twee maten en gewichten. De WET contra RVA.
Opgepast dus met het te vlug zetten van een handtekening bij een sollicitatiegesprek. Maar
ja… Als de nood voor een job groot is, kan je als normaal mens dan ‘blijven weigeren’ om te
tekenen ondanks het tegen je wil is?
Eenmaal een werknemer een proefcontract heeft getekend, is deze ‘VERPLICHT’ (zelf al heeft
hij het wettelijk recht om dit te verbreken), om te blijven voldoen aan al de eisen van zijn
werkgever.
De eisen van de werkgever, hoe onmenselijk deze ook mogen wezen, worden nooit
aangevochten door de overheid.
In deze context is er maar één mogelijk nadeel voor de werkgever als hij weigert om op vraag
van de werknemer het contract te verbreken. Dan kan de de gedemotiveerde werknemer nog
zijn voeten gaan vegen aan de verplichte activiteiten. Op deze wijze maakt de werkgever
eerder verlies dan winst en kan hij op den duur niet anders dan het contract zélf te verbreken.
193