Page 189 - Inleiding
P. 189
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Zo’n zaakjes worden dus door de VDAB gesteund via het aanleveren van dom personeel dat
bedreigt wordt met een ‘sanctie’ als ze de ‘aangeboden job’ niet aannemen.
Enfin… ik mocht toch beginnen.
Ik verklaarde van in het begin dat ik niet zou lassen zonder degelijk lasscherm,
lashandschoenen en ander ‘normaal’ veiligheidsmateriaal.
Er werd mij een gereedschapskoffer beloofd die ik mocht aanvullen met alles wat ik nodig
achtte om op een ‘serieuze’ wijze te kunnen werken.
Ik zou werkschoenen krijgen enz… enz…
Ik kreeg een ‘arbeidscontract’ waar onder andere in stond dan de werkgever het recht heeft
om u lichamelijk af te tasten enz.
Toen ik de werkgever er attent op maakte dat dit niet mag, wimpelde hij deze opmerking af
door te zeggen dat dit ‘standaard- contracten’ zijn van Sociale dienst VEV!
Wat kwam er van de ‘afspraken’ terecht?
- Ik heb letterlijk moeten ruziemaken met de brigadier om een persoonlijk lasscherm te
verkrijgen (hygiënisch verantwoord). “Hier is niets persoonlijk!” was zijn antwoord. Omdat ik
niet wilde beginnen zónder, ging hij er 1 kopen!
- Om degelijke lashandschoenen te bekomen de zélfde miserie!
Nu begonnen de andere mensen natuurlijk te klagen dat ik dit gereedschap kreeg en ‘zij’ niet!
Als gevolg hiervan moest ik mijn lasscherm beschikbaar maken voor iedereen, waarop ik
antwoordde dat dit in mijn kleerkastje blijft zitten om hygiënische redenen.
Hij antwoordde dat hij dit dan wel zélf uit mijn kleerkastje zou gaan halen.
Daarop ik hem luid en duidelijk gezegd DAT HIJ DAT RECHT NIET HEEFT EN MET ZIJN HANDEN
UIT MIJN KLEERKAST MOET BLIJVEN of hij krijgt grote problemen.
“Dat zullen wij nog wel zien, riep hij… of ik niet in uw kleerkast mag zitten.
Hierop besloot ik een slot op mijn kleerkast aan te brengen, maar na een klein onderzoekje
moest ik vaststellen dat alle kleerkasten zodanig gesaboteerd waren dat het onmogelijk was
om er een slot aan te hangen!
De brigadier zegt dat er geen sloten op de kastjes komen omdat er nog niets zou gestolen zijn.
Tenslotte heb ik zowel de brigadier als andere werknemers er op gewezen dat ik niet zal
aarzelen om een klacht neer te leggen bij de rijkswacht voor inbraak en/of diefstal, als ik zou
merken dat er iemand in mijn kleerkast neust of iets ontvreemd heeft van de inhoud.
188