Page 193 - Inleiding
P. 193

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Ik weigerde dan ook hier resoluut om op die manier verder te werken en wees er bij de
        werkgever op dat de constructies die per boot naar het buitenland zouden gevoerd worden,

        waarschijnlijk kort daarop per boot zouden teruggestuurd worden, wat hem een flinke duit zou
        kosten!
        Waarom?
        Omdat de kwaliteit van het laswerk aan die constructie zodanig slecht was dat een échte lasser
        hiervoor beschaamd zou zijn! De lassingen van verschillende ‘verstevigingen’ aan zware
        steunpalen en aanverwante onderdelen waren al aan het (af)scheuren nog vóór ze geverfd
        waren. Er was opdracht gegeven om deze ‘scheurtjes’ met een goede laag verf te proberen
        dichtverven!


        Ik wees de baas op deze zware fouten en kreeg de opdracht om al deze gescheurde lassingen
        te ‘herstellen’, maar als lasser met verantwoordelijkheidsgevoel duurde dit natuurlijk te lang.
        - kapotte lassingen, die al geverfd waren uitgutsen met las- elektrodes want een gutspost
        kennen ze niet.
        - Terug een goede lassing aanbrengen wat moeilijk was met las- elektrodes die slecht bewaard
        werden en al nat geweest waren.

        - Veel extra kosten aan energie, aankoop van extra elektroden en uren tijdverspilling natuurlijk.

        Enfin… Dit was voor die werkgever té duur natuurlijk, en na een paar van die verstevigingen
        ‘hersteld’ te hebben kreeg ik (gelukkig maar) mijn C4-tje onder de neus geschoven.

        Als deze werkgever me tijdens het sollicitatiegesprek zou verteld hebben dat ik ‘verfspuiter’
        moest zijn en in de ‘WARME’ zone van een kerncentrale tewerkgesteld kon worden, dan had ik
        dit ‘contract’ zéker niet aanvaard!

        Maar ja… als de VDAB (de overheid) dit soort criminele ‘bedrijvigheid’ ondersteund door deze
        bedrijven te voeden met steeds nieuwe ‘gewillige manipuleerbare slachtoffers’…

        Ik ben niet zó gewillig en dom als ik er uit zie hoor!
        Misschien zie ik er wel ‘uiterlijk’ uit als een gewillig, dom, en gemakkelijk te manipuleren braaf
        werkmanneke, en krijg ik dààrom van de corrupte VDAB en bevriende werkgevers zo
        gemakkelijk en snel een gevaarlijke job onder valse voorwendsels?

        Ik vermoed dat de enige redenen hiervoor zijn, mijn uiterlijk op het eerste gezicht en de
        ‘eerlijkheid’ die ik uitstraal tijdens het solliciteren.

        Mijn vraag: “Is net ‘normaal’ voor de Belgische ‘economie’ dat de overheid dit soort oplichting
        en uitbuiterij steunt en er alleszins toch minstens ooglappen voor draagt?”


                                                                                                                 192
   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198