Page 190 - Inleiding
P. 190

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Als ik het soort bedrijf bekeek wat betref het aantal gewone arbeiders, interim- arbeiders,
        gereedschapssituatie, veiligheid enz. vond ik het wel ‘raar’ dat er zo’n intense testen en

        theoretische examens werden afgenomen voor wat het ‘intern’ eigenlijk maar voorstelde.

        Weeral ‘georganiseerd’ door de VDAB om de eigen zakkenvullerij via subsidies en corruptie te
        blijven vullen zeker?

        Ik ben aangenomen als ‘lasser’!
        De eerste drie weken heb ik full time draaiwerk gedaan waaronder 1 week zo vuil werk, dat het
        stof van de (‘borstels’ voor een kerncentrale(?)) tot in mijn onderbroek zat.
        Op één maand tijd heb ik misschien 1 dag laswerk gedaan.

        Voor de rest boren, tappen, draaien en… verfspuiten!

        Men vroeg me of ik reeds met verf gespoten had en ik antwoordde  “NEEN”.
        Hierop kreeg ik de opdracht om verf te spuiten…
        Ik vroeg een spuitmasker en met een zuur gezicht gaf de brigadier me er eentje dat al zichtbaar
        vervuild en niet meer hygiënisch was. Zijn commentaar: “het was uit zijn zak gevallen!”

        Omdat er in het magazijn geen nieuwe te vinden waren en om ruzie te vermijden heb ik dit
        masker een goede wasbeurt gegeven maar de reeds gebruikte filters op zich, kon ik dus niet
        vervangen geen in het magazijn te vinden.
        Na 2 dagen verfspuiten ontdekte ik in het magazijn plots 4 NIEUWE SPUITMASKERS IN
        ORIGINELE VERPAKKING! Die waren blijkbaar juist aangekocht.
        Onmiddellijk heb ik mijn vuil masker in het magazijn gedropt bij de ‘gebruikte’ en voor mezelf
        zo een hygiënisch verantwoord nieuw masker genomen.


        Direct ambras natuurlijk omdat hij opmerkte dat ik een nieuw spuitmasker droeg en niet meer
        dat vervuilde dat hij mij gegeven had.
        “Ge hebt dat genomen zonder het aan mij of iemand anders te vragen!”
        Mijn antwoord “JA” en hij “Allee ‘t is goed voor ene keer dan.”
        Moest ik het gevraagd hebben had ik het tóch niet gekregen.

        Ik kreeg als onervaren verfspuiter van die brigadier ook regelmatig onder mijn voeten dat ik

        het “niet goed deed” en dan deed hij het even voor… “Kijk, zó en, zó, en zó moet je dat doen.
        Ikzelf heb al honderden liters gespoten!”
        Ik wees hem er op dat ‘zijn’ spuitwerk vol ‘afzakkers’ zat, en wat was deze ‘specialist’ zijn
        antwoord? “In het verticale vlak mag dat, maar in het horizontale niet!”



                                                                                                                 189
   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195