Page 99 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 99

Ongeveer drie maanden na de ‘ontdekking' van het bijltje in de woning van Frans De Laere,
             gelastte de onderzoeksrechter te Dendermonde een college van drie geneesheren over te gaan tot
             een deskundig onderzoek 'om na te gaan in hoeverre het wetenschappelijk kan bewezen worden of
             vermoedens kunnen bestaan dat de kwestieuze bijl de opening in de schedel van het slachtoffer zou
             hebben veroorzaakt.'

             Van dit college maakten deel uit : Prof Dr. Albert Bessemans, Prof Dr. Frederic Thomas en Dr.
             Jaak Piret, geneesheer- wetsdokter te St.-Niklaas.
             De drie aangestelde deskundigen legden de door de wet vereiste eed af, de eerste twee op 6
             december 1948 voor onderzoeksrechter Van Eeckhaute te Gent, de derde op 7 december 1948 voor
             vrederechter Achiel Pauwels te St.-Niklaas.
             Zowel in het aanzoekschrift als bij de aanstelling werd telkens zeer duidelijk vermeld dat de
             ambtelijke opdracht in samenwerking diende te geschieden.

             Op 7 juni l 949 richtte de onderzoeksrechter een schrijven aan de drie aangestelde deskundigen om
             aan te dringen dat ten minste de besluiten van het onderzoek zouden overgemaakt worden.
             Prof Thomas antwoordde op 10 juni op dit schrijven : “U zijt zonder antwoord gebleven omdat tot
             hier toe onze identificatieproeven zonder resultaat zijn gebleven”.
             Prof. Bessemans daarentegen schreef ‘s anderdaags, l1 juni dus : “Ons onderzoek is geëindigd doch
             het verslag moet nog opgemaakt worden. Ik hoop het U binnen enkele dagen te kunnen overmaken.
             Ondertussen kan ik U meedelen dat wij geen volkomen bewijs zullen kunnen leveren dat de slag
             door de aangeslagen bijl werd toegebracht. Gedeeltelijke overeenstemmingen hebben we nochtans
             vastgesteld tussen de teweeggebrachte en onze proefondervindelijke schedelbreuken, zodat ons
             besluit ten laste van gezegde bijl zal pleiten”.

             Op 16 juli -meer dan een maand later dus- drong de onderzoeksrechter andermaal aan. Ditmaal
             noteerde de onderzoeksrechter in het slot van zijn schrijven : “Zelfde brief is gestuurd naar uwe
             twee andere collega' s deskundigen in deze zaak”.
             Op 19 juli 1949 schreef Prof Bessemans dat het verslag van Prof. Thomas en van hem zelf in de
             loop van volgende week zou toegezonden worden.

             Het viel de onderzoeksrechter op dat slechts gesproken werd van een verslag van Prof Bessemans
             en van Prof Thomas. Daarom schreef hij op 20 juli : “Mag ik U doen opmerken dat ik een
             Collegium van drie deskundigen aangesteld heb en ik vaststel dat de proefnemingen gedaan
             geweest zijn en het verslag reeds ten einde is, zonder dat de derde deskundige tot heden zou
             geraadpleegd geweest zijn ?”

             Prof Bessemans gaf op 23 juli toe dat Dr. Piret niet was tussengekomen in de expertise onder
             volgende bewoordingen : “... heb ik van Dr. Piret nooit iets vernomen, terwijl Prof Thomas me
             heden mededeelt dat slechts vòòr een paar dagen voor de eerste maal de Heer Piret hem over die
             zaak gesproken heeft. Het was per telefoon en het ging om nieuws over het deskundig verslag”.

             Op 27 juli 1949 zou de ongeduldig geworden onderzoeksrechter het reeds zo lang beloofd
             deskundig verslag bij zijn briefwisseling aantreffen. Hij merkte daarbij onmiddellijk op dat het
             verslag slechts door twee deskundigen was ondertekend, nl. door Prof Bessemans en door Prof
             Thomas.
             “Tot mijn groot spijt”, aldus schreef de onderzoeksrechter dan aan de twee Gentse Professoren,
             “moet ik vaststellen dat de werkzaamheden en het verslag enkel opgemaakt geweest zijn door twee
             deskundigen, wanneer mijn ambt een collegium van drie aangesteld had.

                                                                                                           99
   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104