Page 96 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 96
Jeannette Standaert werd geboren in Nederland in 1867 als zevende kind van de echtelingen Serafin
Standaert- Staanders. Ze was slechts enkele maanden oud toen haar vader zich als juwelier vestigde
te St.-Niklaas in het huis aan de Statiestraat, waar 77 jaar later de geheimzinnige misdaad zou
gepleegd worden.
Na het huwelijk van haar zusters bleef Jeannette bij haar ouders inwonen en werd na hun dood
eigenares van het huis en meteen uitbaatster van de bloeiende juwelierszaak. In nr. 9 van de
Statiestraat, haar rechterbuur, woonde in die tijd de schoenmaker Timmermans. Voor zijn zoon
Arthur had Jeannette een grote genegenheid. Als zij met de zestien jaar jongere Timmermans niet is
getrouwd, dan kan zulks enkel worden toegeschreven aan haar ijdelheid.
Maar Arthur Timmermans zou toch in de ‘familie’ komen. In 1918 huwde hij inderdaad Leontine
De Mey, een nichtje van Jeannette Standaert. Het echtpaar trouwde bij tante Jeannette in en bleef er
wonen tot in 1922, om zich nadien in de Regentiestraat te vestigen.
Arthur Timmermans, de beschermeling van de juwelierster, bleef 'tante' regelmatig bezoeken en
deze bracht hem nog verder op de hoogte van het juweliersberoep. Zo werd Timmermans met haar
financiële steun een voornaam 'groothandelaar in juwelen' en sedert september 1939 haar
bevoorrechte erfgenaam.
De genegenheid van Jeannette voor Timmermans zou evenwel niet blijven duren. Maar deze
vriendschap nam, merkwaardig genoeg, pas enkele weken vòòr de moord definitief een einde.
In augustus 1940 had Jeannette, vermoedelijk in het vooruitzicht van de lange winteravonden, een
meid in dienst genomen. Het was Elisabeth Van Driessche, een jonge vrouw van 24 jaar uit
Kemzeke, die spoedig vriendin zou worden met Marie Baumans.
Toen, begin 1943, de echtgenote van Timmermans aan een ongeneeslijke kwaal lijdend was,
stuurde Jeannette haar dienstmeisje naar nicht Leontine om daar het huishouden te beredderen en
tevens de zieke te verplegen.
Na de dood van Leontine De Mey, op 3 l maart 1943, zou Elisabeth Van Driessche zich tot grote
ergernis van de juwelierster bij Arthur Timmermans vestigen. Ingevolge deze beslissing, waarover
Jeannette steeds met misprijzen sprak, ontstond tussen haar en Timmermans een vete die met de
dag verergerde en zelfs op een hoogoplopende twist zou eindigen, waarbij de juwelierster dreigde
hem te onterven.
Na de misdaad zou blijken dat Jeannette Standaert haar vroegere vertrouwensman inderdaad als het
ware volledig onterfd had.
Haar eerste testament, opgesteld door notaris Gilbert Back., dateerde van 23 september 1939.
Hierbij legateerde de juwelierster bij vooruitgifte en buiten paart aan Elisa Standaert, echtgenote
van Frans De Laere, al de kledingstukken alsmede het linnen. Met uitzondering van haar woning en
de meubels maakte ze het overige van haar bezittingen (waardepapieren en juwelen) over aan de
afstammelingen van haar broeders en zusters. De voornaamste bevoorrechte was Arthur
Timmermans. Deze kreeg inderdaad het voorkeurrecht op haar woning met winkel aan de
Statiestraat mits storting van een gering bedrag in de nalatenschap. Bovendien werd hij bevoorrecht
boven de andere erfgenamen daar hem een dubbel paart werd toegekend.
Enkele weken vòòr de misdaad, waarvan zij het slachtoffer werd, heeft Jeannette Standaert dit
testament vernietigd en vervangen door een eigenhandig testament. Bij het opstellen van dit
document heeft de juwelierster de inhoud van het eerste testament als leidraad genomen. De legaten
zijn dezelfde gebleven met als voornaamste uitzondering dat het voorkeurrecht op haar woning ten
voordele van Timmermans verviel en volgens de nieuwe beschikking onder de familieleden diende
96