Page 20 - Bladerboek
P. 20

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 2: Er zit overal onkruid tussen het koren.)


            Je kan je indenken hoe ik in dat vriesweer verschoot toen Sydonia met een opvallend
            zwierig pasje én een diepe decolleté om U tegen te zeggen, vergezeld van een glimlach
            van het ene oor tot het andere, met haar gevulde boezem showend, mijn neus voorbij
            paradeerde. Ze had op dat moment duidelijk geen kou hoor!

            Ik kon mijn mond écht niet houden en terwijl ze zo zwierig voorbij huppelde stelde ik
            gewoon een kort vraagje “heb jij geen kou?”.
            Haar hoogmoedige blik veranderde niets en ik voelde aan, dat deze vraag bij de toen

            warmbloedige Sydonia waarschijnlijk niet in goede aarde viel.

            Als ik later deze speciale ‘ontmoeting’ overdacht, kon ik geen normale reden bedenken
            voor Sydonia haar toenmalig gedrag, maar ik heb er misschien toch zo’n drie ‘mogelijke’
            uitgedacht.

               1)  De meest aannemelijke reden is, dat dit hete dametje verliefd was op die knappe

                   succesvolle gemachtigde opzichter en een ‘andere’ reactie verwachtte dan de
                   vraag “heb jij geen kou?”. Sydonia verwachtte waarschijnlijk een meer
                   bewonderende reactie zoals “Amai gij komt er goed voor!”… misschien verwachtte
                   ze wederkerende verliefdheid of zoiets. Spijtig voor haar misschien, maar ze is niet
                   precies mijn type hé.

               2)  Ofwel moest ze bij mij een bepaald gedrag of reactie uitlokken in opdracht van
                   Flipke en Flupke zodat ze een ‘wraakreden’ konden hebben om mijn goede naam

                   in de grond te kunnen boren. Ik heb later immers gezien dat Sydonia goede
                   maatjes speelde met Flipke.

               3)  Ofwel had ze ‘iets’ speciaals ingenomen waardoor ze geen last ondervond van de
                   weersomstandigheden en in hoger sferen rondhuppelde.

            In ieder geval hebben Flipke, Flupke, en Sydonia in de jaren die hierop volgen weer een

            bewijs geleverd dat échte pesters… wat hun reden ook moge wezen, heel hun leven hun
            slachtoffers zullen blijven belagen, zeker als de pesters een psychopathisch karakter
            hebben of over een onschendbaar statuut beschikken.

            Dit hoofdstukje was nodig om meer inzicht te krijgen in het vervolg van dit verhaal.





                                                                                                              19
   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25