Page 17 - Bladerboek
P. 17
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 2: Er zit overal onkruid tussen het koren.)
Aangezien de burgemeester (normaal gezien) het hoofd is van de lokale politie, besloot
ik aan de burgemeester én de korpschef via email vragen te stellen betreffende de
werkwijze en taken van toezichthoudende politieagenten.
Ik gaf uitleg over mijn mening en deze van andere ontevreden
burgers betreffende de in onze ogen onverantwoorde werkwijze
van Flipke (als politieagent) en de houding van de politiediensten
algemeen t.o.v. de gewone burger (van het kastje naar de muur
sturen en van de muur terug naar het kastje enz.)
Hierbij stelde ik ook de vraag of het een toezichthoudend
politieagent zijn ‘opdracht’ is om zich op dergelijke (lakse) wijze
te gedragen t.a.v. foute toestanden (arrogante en recidive
wetsovertredingen).
Indien dit gedrag in ‘opdracht’ is, dan verklaarde ik dat Flipke er niet aan kan doen, maar
indien dit specifiek gedrag van Flipke niet zijn ‘opdracht’ is, dan verwachtte ik dat Flipke
bijgestuurd zou worden door zijn oversten.
De burgemeester ging dit nagaan…
Het spel was begonnen natuurlijk!
Flipke werd op het spreekwoordelijk matje geroepen…
En als je (niet anoniem) een politieagent op het matje laat roepen, dan kan je
tegenwoordig Amerikaanse politie- toestanden krijgen natuurlijk (bendevorming).
Op 04/11/2013 was ik volop bezig met mijn taak als gemachtigd opzichter aan het
zebrapad van de school.
Plots stopte een politiewagen (die waarschijnlijk om ‘smosjes’ was gereden in het
smoswinkeltje verderop). Hij bleef vlak voor mijn neus stilstaan midden op het zebrapad
Dit is een zware overtreding omdat de kinderen en hun ouders gehinderd worden om
over te steken op het zebrapad. De geüniformeerde bestuurder boog zich over de
passagiersstoel naar mij toe en draaide rustig aan mijn kant het autoraam open.
Vervolgens begon hij mij intimiderend aan te spreken. Het was Flipke zijn vriend en
collega Flupke!
Hij kon het niet ‘appreciëren’ met wat ik één van zijn collega’s had gedaan, en omwille
van deze reden zal hij NOOIT(!) meer tegen mij spreken!
16