Page 64 - Inleiding
P. 64
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Mezelf kennende wilde ik geen wroeging krijgen omdat ik mijn werk niet correct zou gedaan
hebben, en als de volgende ochtend zou blijken dat een verwarmingssysteem uitgevallen zou
zijn omdat we geen controle hadden gedaan, dan zou mijn collega alle schuld in mijn schoenen
kunnen schuiven (mensenkennis).
Ik weet het… het was dom van me, maar mijn verantwoordelijkheidsgevoel kreeg de hoogste
prioriteit.
Helemaal alleen ging ik dan maar mijn leven riskeren om alles draaiende te houden. De
gangway en het dek van het schip waren heel glad van het er op liggende ijs en sneeuw. Er lag
aan boord ook veel los materiaal waar je over kon struikelen en je moest oppassen dat je niet
in een of ander gat viel. Zo liep ik daar rond midden in de nacht zonder iemand anders in de
omgeving die mijn veiligheid kon garanderen in het geval er een accident zou gebeuren.
Na mijn ‘inspectie’ kroop ik dan maar terug in mijn collega zijn kot op de glasvezelmatrasjes tot
de wekker terug afliep…
Ik ben maar achteraf gaan beseffen welke risico’s ik had genomen, maar de gedachte dat er
geen problemen waren geweest met de verwarming dankzij mijn inzet, zorgde tóch voor een
positief gevoel.
Ik had nergens ‘wroeging’ over, en de baas en arbeiders waren tevreden! Dit toenmalig laks
gedrag van mijn collega ben ik dus nooit vergeten.
In ieder geval voelde ik, dat ik in de afdeling ‘werkmilieu’ met mijn vorm van dienstbaarheid
eindelijk op de juiste (geschikte) plaats tewerkgesteld was op de Boelwerf.
In die periode ben ik een van de enkelingen geworden die véél respect kreeg voor de leider van
de Boelwerf. Dit was Philippe Saverys…. (die door de arbeiders niet graag gezien werd als
strenge grote baas)
Mijn respect voor die man kwam er tijdens een staking en bijhorende betoging waarbij de paar
duizend werknemers zich woedend hadden verzameld vòòr het grote bureelgebouw waar
personeelsdiensten, tekenaars, directeuren enz. hun habitat hadden.
Iedereen in dat gebouw zat met een ei in de broek voor wat er mogelijks kon gebeuren als die
woedende menigte door een impuls ineens agressief hun burelen zou gaan bestormen.
Terwijl we daar stonden te zingen en te roepen ‘durfde’ dus NIEMAND dit gebouw verlaten.
63