Page 59 - Inleiding
P. 59
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
De kok van een schip dat voor een korte periode aangemeerd lag voor een reparatie, was in
zijn kombuis een grote rosbief aan het garen en iemand had dit geroken. Op het dek was een
open staand luik van de keuken en het moet lukken dat het kookvuur recht onder dat luik te
zien was.
De kok kon je daar onder dat luik in zijn keuken dus goed bezig zien met het garen van een
grote rosbief.
Een ‘geïnteresseerde plezante’ ging aan dat luik zitten met een ijzeren staaf waar hij een
weerhaak aan had gemaakt.
Op een bepaalde moment draaide de kok de smakelijk uitziende rosbief om in de saus om
daarna met de rug naar het kookvuur gedraaid, patatten te schillen of iets in die aard. De ‘dief’
maakte hiervan gebruik door met zijn weerhaak de rosbief via het openstaande luik achter de
rug van die kok, uit de pan omhoog te vissen en er mee vandoor te gaan.
De kok die van niets wist en zich terug omdraaide verschoot zich bijna een oog uit toen hij
merkte dat zijn mooie rosbief gewoon was ‘verdwenen’.
De ‘dief’ smeerde deze rosbief achteraf in met wat zand en tijdens het huiswaarts keren ging
hij uit zichzelf naar de controlerende poortwachter om dit ‘afval’ te tonen. “Zeg… ik heb dit
afval in de vuilbak gevonden, mag ik dit meenemen voor mijn beesten?”.
Natuurlijk mocht hij dat!
Vloeken dat ik op de Boelwerf gedaan heb. Hele serenades kreten van colère tijdens sommige
laskarweitjes waar niemand anders aan wilde beginnen.
Ik denk hier aan die keer dat ik helemaal alleen in een bunkertank een lekje van amper een
paar millimeter moest dichtlassen. In die tank waren rondom zo’n drie lagen buizen
aangebracht een zogenaamde serpentijn voor de opwarming van de zware fuel.
Dat lekje zat in de onderste laag buizen, in een hoek en langs de achterkant dus onzichtbaar
zonder spiegel.
Awel… als zo’n klein lekje gemakkelijk bereikbaar is, is dit één minuutje werk. Maar dàt lekje…
Ik heb er 4 uur zwaar vloekend aan moeten prutsen, ondersteboven gewrongen tussen de er
boven liggende buizenlagen!
Op een bepaald moment was mijn ribbenkast zodanig uitgezet dat deze bleef haken en ik niet
meer achteruit uit die ondersteboven-positie geraakte. Dit was een écht paniekmoment toen
ik besefte helemaal alleen in die tank te zitten.
Het enige wat ik kon doen was luidkeels om ‘hulp’ roepen, maar niemand hoorde mij.
Uiteindelijk ben ik er toch uitgeraakt mét een verzeerde ribbenkast.
En tóch was ik fier dat ik het lek kon herstellen, ondanks de bijhorende miserie en pijn!
Op de Boelwerf gebeurde zowat jaarlijks een dodelijk ongeval…
58