Page 54 - Inleiding
P. 54
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Hoofdstuk 13: Electra PVBA ( 1971 -> ).
Ik kreeg onverwacht de keuze om te werken op 400 meter van mijn voordeur voor ‘iets’ minder
loon en veel lichter werk… of om door regen en wind elke dag 10 km. heen en weer te fietsen
naar een bedrijf waar ik zwaar en gevaarlijk werk moest doen en waar zoveel machtsmisbruik
werd gepleegd. De knoop was snel doorgehakt hé. Normaal toch?
Minder moe… langer slapen… te voet bereikbaar… veiliger… veel meer vrije tijd…
Impulsief ging ik dus een ‘proefcontract’ aan bij deze nieuwe werkgever om daarna op de
Boelwerf mijn ontslag in te dienen wegens ‘ander werk dichter bij huis’.
Dus werd ik aangenomen als lasser, maar wat was mijn opdracht? Ik mocht niet lassen, maar
enkel grote series kleine werkstukken in elkaar punten in een mal, en deze daarna doorspelen
aan een ‘lasser’! Geen ‘laswerk’ zoals beloofd was, maar ‘prutswerk’!
Tja… wat doet iemand met mijn karakter dan om zichzelf bij dit bedrog op te peppen?
Buiten het gewone geluid van de lokale werkzaamheden was het er stil en niemand ‘durfde’
opkijken.
Om deze de sfeer aangenamer te maken zong ik tijdens het werk een beetje, of ik fluite een
deuntje (geen jodelen of Tarzankreten hoor).
De tweede dag kwam de werkgever mij intimiderend het ‘zwijgen’ opleggen. “Hier is zingen
verboden hoor je... werken en zwijgen moet je doen!”.
Dat moet een werkgever juist tegen mij zeggen en mijn reactie was (normaal toch?) dat ik nog
méér ging zingen en fluiten om de stress te weren terwijl de anderen geen geluidje durfden
maken!
De derde dag kreeg ik te horen dat mijn ‘proefcontract’ was verlopen en dat ik na deze week
mocht ophoepelen!
Van het verlies van deze job had ik dus geen seconde spijt, maar wél van het feit dat ik geen
recht had op werkloosheidsuitkering omdat ik kort daarvoor op Boelwerf zélf ontslag had
genomen!
Ik moest dus dringend een nieuwe job vinden als lasser. Dit was wonderwel snel geregeld. En…
het was tenminste degelijk laswerk.
53