Page 49 - Inleiding
P. 49
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
De ‘zwaarste’ sigaar die ik toen als jonge werknemer moest gaan roken op de personeelsdienst
zal ik nooit vergeten.
Op een bepaald moment kwam een collega (die hiervoor de opdracht had gekregen), me
zeggen dat ik onmiddellijk naar de personeelsdienst moest gaan. Het was ons al opgevallen dat
er toen al zo’n half uur geen enkele ploegbaas meer te zien was op de werkvloer. Nog nooit
meegemaakt tot dát moment...
Deze ‘uitnodiging’ volgend, stapte ik dus recht naar de personeelsdienst.
Toen ik binnen stapte in het betreffende bureau schrok ik eventjes want ALLE ploegbazen van
de afdeling waar ik werkte zaten ‘hier’ i.p.v. op hun werkvloer.
Het was precies een krijgsraad waar beslist ging worden over leven en dood van de ‘rebel’.
Ze zaten achter een grote tafel, netjes naast elkaar op een stoel, met in het midden de
personeelsdirecteur.
Ik moest vòòr hen op ongeveer 3 meter afstand blijven rechtstaan!
De directeur wees nu één voor één de ploegbazen aan met de vraag “Wat heeft u te zeggen
over Spandel?”.
Één voor één staken deze ‘vrienden’ een serenade af over allerlei ongehoorzaamheden, gebrek
aan respect, de vernederingen in het bijzijn van ondergeschikten, te veel zingen, jodelen en
Tarzankreten… (Niets over mijn goede kwaliteiten als stielman).
Ik begon LETTERLIJK te wenen! Niet omwille van de aanklachten of een eventueel ontslag dat
kon volgen, maar omwille van de manier waarop de ploegbazen konden samenspannen en een
letterlijke krijgsraad organiseerden om een ‘ongewenste’ buiten te krijgen. Het trof mij diep dat
zoiets nog kon gebeuren in zo’n groot ‘modern’ bedrijf, zoveel jaren nà de oorlog. Éénzijdige
rechtspraak zonder het recht om jezelf te verdedigen.
Deze ‘krijgsraad’ eindigde met de gezamenlijke vraag aan de directeur om mij te ontslaan!
Gelukkig werd ik door de directeur omwille van mijn ‘goede’ kwaliteiten niet ontslagen. Hij had
dus een hoger IQ en gaf me enkel de verwittiging ‘dat ik nog een kans kreeg’.
Het voordeel van die ‘kans’ die ik kreeg was, dat ik gewoon terug kon gaan verder werken én
dat al die macht misbruikende ploegbazen niet konden verkrijgen wat ze wensten. Ze vlogen
gewoon met de staart tussen de benen terug naar hun werkvloer omdat ze deze ‘onbeheerd’
hadden achtergelaten!
48