Page 46 - Inleiding
P. 46

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Hoofdstuk 12:  Eendracht maakt macht.


        Dat er in zo’n werkomgeving voor allerlei mogelijke redenen soms ‘spanningen’ ontstonden
        onder arbeiders, is dus héél normaal.
        Je had harde werkers en ook profiteurs die meerdere keren per dag gingen ‘kakken’ terwijl de
        anderen in feite ‘hun’ werk moesten meenemen.

        Maar… als het er op aan kwam en er was volgens de arbeiders een reden tot staken, dan vielen
        de onderlinge conflicten weg en spanden we allemaal als één blok samen om ons doel te
        bereiken!
        Dat was nog de goede tijd dat de mensen ‘samen’ sociale strijd voerden en dit niet zoals in de

        volgende tijden ‘individueel’ moeten gaan doen. De Belgische leuze “Eendracht maakt macht!”
        werd toen in de Boelwerf noch toegepast, en had positief effect!

        Die goede tijd is dankzij de ‘politieke economie’ geëvolueerd naar “ieder voor zichzelf!”. Goed
        voor schijnheilige profiteurs en slecht voor de ‘brave’ arbeiders dus.
        Gevolg: stress, ellende in gezinnen, minimumlonen, sociale dumping, zware belastingen enz.


        Enfin… terug over de Boelwerf.

        Deze grootste scheepswerf van België begon concurrentie te krijgen van Koreaanse enz.
        scheepswerven waar ‘de mensen’ werkten aan veel lagere lonen en waar de afgelegde meters
        een véél hogere prioriteit hadden dan de ‘kwalitatieve’ meters. De rederijen gingen dus meer
        van deze goedkope schepen kopen en lieten de duurdere schepen van Boelwerf steeds vaker
        links liggen.

        Boelwerf kon niets anders dan deze concurrentiestrijd  aan te gaan door méér druk op de
        arbeiders te leggen via het inlassen van méér ploegbazen. Zo kwam er meer ‘controle’ op
        ‘baardtrekkerij’ en afwezigheden op de plaats van hun taken.
        De gekende regel “De beste boswachters waren vroeger zélf stropers” indachtig, werden toen
        voor deze functies als ploegbaas de grootste profiteurs aangesteld omdat deze in feite voor de
        productie geen meerwaarde inhielden.
                                                                          e
        Vanaf het moment ze ‘gepromoveerd’ werden tot op het 2  trapje van de hiërarchische ladder
        draaiden deze domme geesten psychisch 180 graden. Het klein beetje verkregen ‘macht’
        maakte van deze mensen met laag IQ op slag hoogmoedige slavendrijvers t.o.v. van hun
        vroegere collegae en vrienden. Ze kregen zelf een opvallend ‘rode’ overall, waardoor ze nog
        méér schrik konden aanjagen omdat hun aanwezigheid van ver te herkennen was.



                                                                                                                  45
   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51