Page 44 - Inleiding
P. 44

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        4) Ik voelde mij zo goed in mijn vel, dat ik tijdens het werk regelmatig zong en jodelde en ik
        kreeg ook als roepnaam ‘Tarzan’ omdat ik de Tarzankreet zo goed kon nabootsen. Deze was vér

        te horen op de werf hoor. Geen enkele ‘baas’ kon mij qua zingen, jodelen én de Tarzankreet
        het zwijgen opleggen en dàt zorgde bij de dommeriken onder hen voor een krop in de keel. Ze
        konden Tarzan niet temmen!
        Was ook een probleem voor de dikke nekken, omdat dit zo aanstekelijk was dat steeds méér
        collegae begonnen zingen! Op een plezante manier werken is in mijn ogen gezonder dan tégen
        je goesting werken snap je.
        Het credo van de ‘domme’ ploegbazen werd plots “zingen en werken tegelijk, dàt kan niet!”.

        Mijn ‘karakter’ als stielman had dus voor- en nadelen voor de werkgever zoals àlles voor- en

        nadelen heeft.
        Voordeel: de werkgever kan ‘kwaliteit’ tonen aan de klanten, waardoor deze verleid worden
        tot het plaatsen van meer bestellingen.
        Nadeel: Het is wel ‘dure’ kwaliteit voor de klanten!

        Het is de taak van de werkgever die geen kwaliteit wil verliezen en ook geen klanten omdat hij

        duur is, om hiervoor een oplossing te bedenken.
        Vandaar de oplossing voor deze stielman die onder geen beding van zijn eergevoel als stielman
        wou afwijken.
                                            e
        - Ik moest in de goedkoopste’ 3  categorie blijven fungeren en dat hebben ze me letterlijk
        onder de neus gesmeerd op de personeelsdienst. “Wij zullen er voor zorgen dat je hier NOOIT
        categorieverhoging zal krijgen!”. En zo geschiede.
        - Ik bleef wél gerespecteerd worden voor de kwaliteit van mijn werk en ik mocht aan mijn
        taken zolang werken als ik zélf nodig achtte. Dit ‘respect’ was voor mij belangrijker dat die paar

        centen meer.
        - Ondanks de geslaagde proeven voor speciaal laswerk, waar ik steeds glansrijk in slaagde en
                                                                                                               e
        die toelieten dat ik aan gespecialiseerde werkzaamheden mocht werken… bleef ik dus de 3
        categorie behouden op de Boelwerf.

        Ik denk hier aan de sluisdeuren van Berendrecht… het boorschip Yatzy… de herstellingen van
        de grote gescheurde brandstoftank van de Esso… de proeven met basische- electroden van een

        bepaald merk… Het vastlassen van bevestigingspunten voor stellingen op gevaarlijke plaatsen
        waar mijn verantwoordelijkheidsgevoel voor de levens van de arbeiders de hoogste prioriteit
        had enz.

        Hier een voorbeeld dat mijn kwaliteiten als vakman (lasser) bewijst.


                                                                                                                  43
   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49