Page 60 - Inleiding
P. 60

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Hoofdstuk 16:  Het werkmilieu en de juiste man op de juiste plaats.


        Wij wilden graag kinderen, en het leek steeds maar niet te lukken!

        Ik had al gehoord of gelezen dat de stiel van lasser (zwaar laswerk) een oorzaak kon zijn dat wij
        kinderloos zouden blijven door de schuld van de UV- straling… Infrarood- straling…  opwarming
        van de teelballen… RX- controles van lassingen in de omgeving… giftige dampen van verbrande
        verf en galvaniseer…
        Om die reden vroeg ik op de personeelsdienst een andere job, in de hoop dat we dan
        misschien niet kinderloosheid zouden blijven.
        Er was voldoende begrip op de personeelsdienst voor deze vraag en wetende dat ik graag

        mensen help, eerlijk ben en problemen snel aanpak, werd ik tewerkgesteld in de dienst
        ‘werkmilieu’.
        De afdeling ‘Werkmilieu’ bestond op dat moment uit zo’n 3 verschillende ‘takken’ die voor de
        algemene ‘veiligheid’ moesten zorgen.
        Elke tak had zijn eigen afgelijnde taken, maar indien nodig moesten we (de verschillende
        takken) elkaar helpen bij werkzaamheden die we niet alleen aankonden.


        De 3 takken waren:
        1) De kuisploeg die voor de netheid (hygiëne) moesten zorgen aan boord van de schepen waar
        op gewerkt werd.
        2) De elektriekers die moesten zorgen voor de energievoorzieningen en verlichting aan boord
        van de schepen waar op gewerkt werden.
        3) Een verantwoordelijke die instond voor de verluchting en afvoer van de rook op schepen in
        de ruimtes waar gewerkt werd.

        Ik was tak nummer 3 en hield me als altruïst uit eigen beweging ook tussendoor bezig met
        ‘sociaal’ werk waar nodig.

        Zo tussendoor is het grappig te vermelden dat als iemand het waagde om over de reling te
        plassen zonder gebruik te maken van de plashokjes op dek, en er was wat wind…
        moest hij er maar bij nemen dat zijn eigen ‘plasje’ soms terug recht in zijn gezicht vloog
        wegens de wind die tegen de zijkant van het schip met volle kracht omhoog werd gestuwd.








                                                                                                                  59
   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65