Page 67 - Inleiding
P. 67

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Zo tussendoor is het ook de moeite waard om te vermelden dat lassers en branders
        ‘onbrandbare’ (asbest) werkkledij droegen. En dat alles wat maar enigszins kon beschadigd

        worden door gensters van lassen , branden of slijpen werd afgedekt met gemakkelijk
        uitvezelende asbestdoeken.
        Ook in de grote openingen en deurgaten werden die dikke asbestdoeken opgehangen om de
        mensen wat te beschermen tegen de koude wind. Het gebruik van veel asbest was toen heel
        normaal!

        Dán kwam er die verassing op een Nederlandse TV zender  (Actua TV of iets in die aard)…
        Die avond werd verkondigd dat ontdekt was dat asbest en glasvezel ‘kankerverwekkende’
        stoffen zijn!

        Door deze ‘ontdekking’ besliste ik vanuit mijn verantwoordelijkheidsgevoel - mijn taak was het
        verzekeren van de veilige verluchting en aanverwante leefomstandigheden voor de arbeiders
        op de schepen -,  om onmiddellijk alle asbest van mijn schepen te verwijderen en in de vuilbak
        te kieperen.
        Ik bekeek dus de volgende ochtend met een arendsblik de situatie aan boord en dacht aan de
        ervaring dat ik regelmatig de asbestdoeken in de deuropeningen en andere trekgaten moest

        vervangen omdat ze na een aantal dagen bijna volledig waren uitgevezeld door de wind.
        Dit zag ik ook als oorzaak dat we aan boord, afhankelijk van de licht- inval, in de lichtstralen al
        die blinkende enz. vezeltjes konden zien ronddwarrelen in de lucht die we inademden.

        Onmiddellijk begon ik dus al dat kankergevaarlijk asbest te ‘verwijderen’.
        Ik kreeg hierdoor ‘ambras’ met de ploegbazen en meestergasten, maar ik weigerde met deze
        verwijdering te stoppen.
        Daarop hadden ze het hoofd van de veiligheid op de Boelwerf ingelicht, waarna deze mij met

        véél lawaai en omringd door meestergasten en ploegbazen, probeerde verplichten om alles
        terug in die trekgaten enz. te hangen.
        Ik bleef weigeren waarna de veiligheidsbaas de ploegbazen ‘verplichtte’ om zélf de
        asbestdoeken uit de vuilbak te halen in de deurgaten te hangen.
        Uit schrik voor degradatie deden ze dit terwijl ik daar op stond toe te zien.

        Maar dat was zonder rekening te houden met mijn ‘correct’ karakter hé! Zodra de doeken er

        aan hingen sleurde ik deze waar ze bij stonden terug af en de vuilbak in!
        De veiligheidsbaas werd woedend, zou me laten ontslaan enz. en gaf weeral de opdracht aan
        de ploegbazen om die doeken terug te hangen. Gevolg… ’t zelfde liedje natuurlijk. Ze lagen
        vlugger in de vuilbak dan dat ze er aan hingen!
        Dat spelleke werd dus een paar keer herhaald en ik zag mijn ontslag naderen.


                                                                                                                  66
   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72