Page 15 - Inleiding
P. 15

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Aangezien de grote zwelling dacht mijn vader aan een ‘ontwrichting’ waarbij hij het gewricht
        terug op zijn plaats zou kunnen trekken. Hij wist dat dit zeker voor een kind een heel pijnlijke

        ingreep zou zijn en stuurde mijn moeder al op voorhand naar boven zodat ze mijn verwacht
        gekrijs niet zou moeten aanhoren.
        Luid krijsen heb ik dus inderdaad gedaan toen hij aan die zere gezwollen dikke teen begon te
        trekken, wringen en sleuren tót hij uiteindelijk begon te beseffen dat het geen ontwrichting
        kon zijn.

        De volgende dag was ook de rest van mijn tenen en vingers zodanig erg gezwollen dat een
        bezoek bij de dokter nodig leek. Ik strompelde gesteund door mijn moeder naar de dokter die
        een paar honderd meter verder woonde.

        Gelukkig was het een bekwame dokter die de juiste medicatie uitschreef, maar wél met de
        voor mij goed horende vermelding dat kinderen die gewrichtsreuma kregen meestal niet ouder
        dan 30 a 33 jaar konden worden en rond die ouderdom veelal stierven door hartproblemen.
        Deze voorspelling was niet aangenaam om horen maar gelukkig dankzij die sterke ‘genen’ én
        het feit dat ik met de helm geboren ben, was deze pijnlijke ziekte die elk jaar opnieuw de kop
        opstak (steeds in minder sterke vorm) na enkele jaren volledig verdwenen en ben ik nu nog

        steeds een gelukkige en gezonde 74- plusser.

        Ondanks mijn minderwaardigheidscomplex behield ik dankzij de genetische aanleg wel degelijk
        positieve en komische kantjes die zich soms moesten uitten. Ik vond het plezant om soms eens
        zotte kuren te doen, en dat soort zottigheid zit er nog steeds in.



















                                                                                                                  14
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20