Page 11 - Inleiding
P. 11

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Een bepaalde ‘bestraffing’ zal ik nooit vergeten.
        Ik herinner me nog het feit dat ik regelmatig een ‘vuile’ onderbroek had (bruine streep). Of dit

        aan de schrik lag of aan het slechte wc-papier, of een ‘lek’ weet ik niet, maar voor ‘straf’ moest
        ik eens in mijn onderlijfje én bloot gat op de straat gaan staan met mijn gezicht naar de muur
        gekeerd. Zo werd ik tentoon gesteld voor de voorbijgangers… met die onderbroek over mijn
        hoofd getrokken en de bruine streep aan mijn neus! Je moet je voorstellen hoe beschaamd ik
        toen was.
        Commentaar van mijn ouders? “Zo zal hij het wel afleren!”.

        We hadden in die tijd een goed vlottende en gekende kolenhandel, en als bang gevoelig
        jongetje had ik zo’n schrik dat ik mijn wekelijks ‘rapport’, bij een lage puntenscore of een

        negatieve commentaar van de meester, soms ging wegsteken ergens achteraan tussen de
        zakken met kolen.

        Waarom?
        Omdat we toen ‘verplicht’ waren om onze rapporten te laten ondertekenen door ons vader en
        ik doodsbang was voor hem en zijn reacties.

        Achteraf heb ik vernomen dat andere kinderen in dit geval nogal eens zélf de handtekening van
        hun vader durfden nabootsen, maar als bang en eerlijk mannetje heb ik dat nooit gedurfd en
        nooit gedaan.
        Probleem was, dat ik dan telkens de eerstvolgende schooldag vlug dat rapport moest gaan
        opvissen tussen die zakken en niet ondertekend aan de leerkracht moest afgeven.
        Gevolg was dat de leerkracht dit noteerde op een volgend rapport of zo, en ik met een ei in
        mijn broek (zelf al had ik goede punten), uiteindelijk toch mijn rapport in vaders handen moest
        deponeren. Als deze dan de nota van de meester zag… Had ik het aan mijn zeel (een flink pak

        slaag).
        En tóch bleef ik (telkens uit schrik) soms mijn rapport wegsteken, goed beseffend dat ik niet
        aan een toekomstige ‘straf’ zou kunnen ontsnappen.

        Op een dag tijdens een wandeling met mijn broer en een kameraad stonden we even stil aan
        een weide om wat kiezelsteentjes uit de berm op die weide te gooien (om het verst). Er reed
        een stadsbus voorbij en met grote show deed ik een schijnbeweging naar die bus met een

        steentje in mijn hand. Ik zweer dat ik met mijn hand verder dan een meter van die bus was
        verwijderd, maar een vrouw die op de bus zat verwittigde de buschauffeur die onmiddellijk
        stopte en mij met geweld de bus in sleurde. Daar betichte hij mij intimiderend voor het
        aanbrengen van een grote beschadiging aan de bus. Er was namelijk aan de kant waar wij
        stonden te spelen een lange brede schuurstreep in de verf te zien!


                                                                                                                  10
   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16