Page 12 - Inleiding
P. 12

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Hij sloot de busdeuren en ik begon luid wenend te bleiten dat ik dat niet gedaan had, maar wat
        is de kracht van de woorden van een kind t.o.v. de woorden van een macht misbruikende

        lafaard hé.
        Hij reed met mij tot op de grote markt van Sint-Niklaas en liet een proces verbaal opmaken
        door de politie of de rijkswacht.
        Dergelijke meterslange brede beschadiging kon enkel maar veroorzaakt zijn door de
        buschauffeur die zélf via een fout (of dronken) maneuver ergens tegenaan zou geschuurd
        hebben.
        Op een kind steken dat zich niet kan verdedigen is dan voor zo een man de beste manier om
        zich te kunnen verschonen bij zijn baas hé.
        Enfin… het pak slaag dat ik toen kreeg van mijn vader die waarschijnlijk voor de ‘kosten’ zou

        moeten opdraaien was niet zo aangenaam hoor. Ik mocht wel tien keer rond de tafel lopen om
        de slagen te proberen ontlopen… aan ‘hem’ kon ik nooit ontsnappen.
        Ik blijf tot vandaag mijn onschuld in deze volhouden!

        Zo’n ervaringen op de werkvloer van het échte leven ‘vormen’ je tussen de oortjes hoor.
        Door dit soort opvoeding werd ik de grote bangerik die (normaal toch?) steeds achteraan

        bengelde qua puntenscore op mijn rapporten.

        Ik werd ook steeds ‘gespiegeld’ aan mijn grote broer die tenminste ‘slim’ was en praktisch altijd
        de eerste van de klas, zelf in de Grieks/Latijnse enz.  Die sterke, heilige, slimme broer
        die zo opgehemeld werd  door mijn ouders, leerkrachten én priesters (die goede vriend aan
        huis waren). ‘Hij’ kon niets misdoen…

        Als ‘domme’ jongen liet ik me meeslepen in deze verheerlijkingen.

        Ik was zò fier als ik de kans kreeg om mijn broer zijn afgedankte blauwe trui te mogen dragen!
        Alleen het feit al dat ‘IK’ zijn enige broer was, maakte mij trots en gaf me toen het gevoel dat
        anderen jaloers waren dat ze niet ‘zijn’ broer waren.

        Mijn broer (amper 1 jaar ouder) was superman en ik een minderwaardige ‘stront’.










                                                                                                                  11
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17