Page 140 - Inleiding
P. 140
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Hoofdstuk 28: IBECO ( 1988 -> ).
Dit was een bedrijf dat donsdekens maakte.
Ze hadden een ‘mekanieker’ met kennis van automatisering nodig omdat hun systeem dat
(volgens hen) 100 miljoen bef had gekost meer in panne lag dan dat het werkzaam was.
Het systeem bestond uit een lange automatische productielijn die bestond uit verschillende
met elkaar verbonden onderdelen.
- Eerste onderdeel was een machine waarin balen met (kunst)vezels moesten gedeponeerd
worden. Dit onderdeel diende om de samengeperste bundels uiteen te rafelen tot de typische
lichte vulling voor donsdekens.
- Het tweede onderdeel bevatte rollen stof (de buitenkanten van de donsdekens). Beide rollen
werden open gehouden tijdens het afrollen, en daartussen vloeide de vullaag op de gewenste
dikte.
- Het derde deel bracht de drie lagen tegen elkaar, en voerde het geheel naar een stikmachine.
- Het vierde deel was een grote stikmachine die op het lange donsdeken het gewenste design
stikte en het vervolgens in stukken van de juiste lengte sneed.
- De randen van de afgeknipte stukken werden verder afgewerkt door x- stiksters die in de
zelfde ruimte in groep aan tafeltjes zaten te stikken.
Het geheel (behalve de stiksters natuurlijk) werd gestuurd door software, fotocellen enz.
Aangezien ik toen nog voornamelijk solliciteerde met de getuigschriften betreffende robotica
enz. én ik ook een stuk technische ervaring had, werd ik voor die werkgever de ‘ideale’ man
om zijn dagelijkse problemen met de pannes een halt toe te roepen.
Op mijn beurt zag ik hier ‘de kans van mijn leven’.
1) Het betrof een systeem dat in lijn lag met de gevolgde opleidingen
2) Het betrof een bedrijf in de omgeving van mijn woning. Ik had dus in feite geen vervoer
nodig, wat ook een flinke duit in het zakje scheelt, én ik kon langer slapen en vroeger thuis zijn.
3) Een donsdeken was toen nieuw op de markt, en de vraag was sterk stijgende, wat een
prachtig toekomstbeeld schetste qua werkzekerheid.
4) Er werden mij ‘groeimogelijkheden’ in dat bedrijf voorgeschoteld.
5) Er werd mij een vaste betrekking aangeboden en ik moest onmiddellijk beginnen, anders
zou ik naast deze ‘kans’ grijpen.
Ik aanvaarde een voorlopig interim-contract want de werkgever zijn administratie had nog een
tijdje werk om het vast contract officieel in orde te brengen met de betreffende instanties.
139