Page 137 - Inleiding
P. 137

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Voor dit project werden vrijwilligers gevraagd. Ik werd dus onmiddellijk ‘vrijwilliger’ om mee te
        werken in dit project om eender welke taak aan te pakken.


        Zodra de geschikte vrijwilligers werden gevonden, heeft de opdrachtgever er de voorkeur aan
        gegeven om voor mij te kiezen als projectleider omdat ik ervaring, kennis, en fantasie genoeg
        had op zowat elk van de vereiste vakgebieden die nodig waren om het project te doen slagen.
        Ik was lasser, kon programmeren van verschillende systemen (computer, robot, plc, cnc) en heb
        een probleemoplossende (eenvoudig logische) denkwijze.
        Als een van de andere teamleden (die gespecialiseerd waren in één specifieke richting) met
        een probleem zat, kon ik dus eventueel helpen bij het zoeken naar een oplossing.


        Ik aanvaarde deze taak en riep in het begin het team rond de tafel om iedereen de keuze te
        geven welke taken ze liefst op zich zouden nemen.
        Nadat alle andere teamleden hun keuze hadden gemaakt en niemand goesting had om de
        verantwoordelijkheid te nemen voor het robot- gedeelte, had ik besloten om ook het robot-
        gedeelte op mij te nemen.
        Voor die tijd moest dit een ‘supermodern’ automatisch werkend systeem worden!


        Bij de teamleden waren  mensen met hogere diploma’s, zelf ingenieurs, terwijl ik als
        projectleider maar een A4- getuigschrift had.
        Dit klinkt absurd (zeker in de ogen van de hoger gediplomeerden), maar ‘praktisch’ gezien was
        het de beste oplossing omdat de andere teamleden wel gespecialiseerd waren in ‘hun’
        vakgebied en weinig of geen ervaring hadden in het vakgebied van de anderen.
        Juist dààrom was deze keuze niet ‘absurd’ geweest.
        Deze mogelijke conflictsituatie kon opgeheven worden door het feit dat we op één niveau

        ‘gelijken’ waren… we waren allen ‘werkzoekende werklozen’.

        Nadat ik een héél uitgebreide flowchart had getekend en opgehangen, nodigde ik het
        complete team rond de tafel om het project te starten en de flowchart voor te stellen.
        Na een bespreking over eventuele aanpassingen kon ieder teamlid zich gaan bezig houden met
        de eigen taken in dit geheel en ik noemde ons team het A-team om het plezant te maken.


        Na verschillende korte teambesprekingen kwam er stilaan zicht in het systeem. Soms werd er
        eens een nieuw idee aangebracht door een teamlid, maar als het systeem al te ver gevorderd
        was of het idee niet strookte met ‘time is money’, nam ik persoonlijk de moeilijke beslissing om
        het betreffende voorstel niet te aanvaarden.



                                                                                                                 136
   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142