Page 43 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 43
28. EEN ONBEGRIJPELIJKE HANDELWIJZE VAN DE ONDERZOEKSRECHTER
ZELF.
Het deskundig verslag, ondertekend door de drie aangestelde leden van het college, kwam
dus op 1 september 1949 in het bezit van de onderzoeksrechter.
De Laere kreeg er evenwel voorlezing van op ... 22 augustus, of tien dagen voor de ontvangst !
De Onderzoeksrechter heeft dus lezing gegeven van een verslag dat, volgens zijn eigen woorden,
"niet dienen kan als een wettig verslag”.
Diezelfde 1 september, dag dus dat het verslag werd ingestuurd, werd reeds in de voormiddag over
het lot van De Laere beslist. Hij verschijnt inderdaad voor de Raadkamer en wordt zondermeer naar
de Kamer van Inbeschuldigingstelling verwezen.
Uit het dossier kan niet met positieve zekerheid afgeleid worden dat de verwijzing van De Laere
door de Raadkamer beslist werd vòòr of na de ontvangst van dit deskundig verslag. Enkel is
vermeld dat de onderzoeksrechter het verslag ontving ... om 17 uur, wat dus niet uitsluit dat de
Procureur des Konings er wellicht vroeger inzage van genomen had.
Te Dendermonde wordt die dag alzo een punt gezet achter een onderzoek dat van het eerste
ogenblik af uiterst gebrekkig en zeer eenzijdig werd gevoerd.
Zo viel dan meteen het doek over het eerste bedrijf van een drama, waarvan het laatste woord
voorzeker nog niet is geschreven.
43