Page 124 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 124
- Hij had een alibi.
- Het houd geen steek; het wordt door het onderzoek tegengesproken.
- Net als het uwe.
- Hij had een alibi.
- Het houd geen steek; het wordt door het onderzoek tegengesproken.
- Net als het uwe.
- Ik had geen reden om de moord te plegen.
- De diefstal van 35.000 fr.?
- Er was geen diefstal vermits het geld teruggevonden werd. Ik had geen drijfveer tot de moord.
Men zou wel kunnen zeggen dat Timmermans een reden had om de dood van tante Jeannette te
wensen. In 1939 was hij haar bevoorrechte erfgenaam. Enkele weken voor haar dood heeft zij
hem praktisch onterfd omdat de meid Elisabeth Vanden Driessche haar verlaten had om bij hem
te << dienen >>. Timmermans was boos om de nieuwe beslissing van tante Jeannette en om de
onterving. Hij heeft bekend dat hij wist dat zij van plan was een nieuw testament te laten
maken. Hij heeft haar een dreigbrief geschreven.
- Tante Jeannette leefde in onmin met Timmermans. Het is moeilijk te geloven dat zij voor hem
koffie zette en hem in het salon ontving. Ze wilde niet eens meer dat hij over haar drempel
kwam!
- Timmermans kwam er geregeld. Trouwens, van mij wordt gezegd dat ik familie en bekende
was. Het is bewezen dat ik in geen dertien jaar meer bij tante Jeannette geweest was sedert we
ruzie gemaakt hadden om geldzaken. Zou ze, na die dertien jaar ruzie, voor mij koffie gezet
hebben?
- Bedoelt u dat Timmermans de moordenaar was?
- Ik weet het niet. Men kan hem zoveel, zelfs meer verwijten dan mij. Ik weet dat ik onschuldig
ben.
- U zou de sleutel van het huis van de misdaad na veertien dagen teruggebracht hebben.
- Men vergeet dat de sleutel onder een tapijt in de kamer van de eerste verdieping van het huis
Standaert gevonden werd door Elisabeth Vanden Driessche. Zij zei eerst aan een getuige dat ze
die sleutel niet kende, en drie jaar lang heeft ze dergelijke sleutel gebruikt toen ze in dienst van
Jeannette was. Zij en Arthur Timmermans uitten het vermoeden dat ik de sleutel daar zou
gelegd hebben toen ik veertien dagen na de moord, samen met de andere familieleden, voor het
eerst weer in de woning kwam. Als dader zou ik dus zo dom en zo onvoorzichtig geweest zijn, -
en de dokters zegden dat ik zeer sluw ben – na de misdaad de compromitterende huissleutel
mee te nemen zonder dat het verantwoord was vermits die deur niet eens dichtgemaakt werd.
Daarna zou ik veertien dagen lang die gevaarlijke sleutel bij mij gehouden hebben om hem
124