Page 121 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 121
- ten rechte of ten onrechte – de jaloersheid om de charmes en de jeugd van de jonge Elisabeth Van
Driessche, een 24- jarige meid die in 1940 bij Jeannette in dienst ging maar in 1943 – (toen de
brave echtgenote van Timmermans, Leonie De Mey overleden was) – overwaaide naar het huis van
de alleenwonende Timmermans. Deze laatste heeft altijd volgehouden dat er tussen hem en de meid
geen enkele sentimentele verhouding was doch Jeannette Standaert dacht er ander over want zij
verbood hem nog in haar woning te komen en zij maakte enkele weken voor haar dood een nieuw
eigenhandig geschreven testament waarbij Timmermans voor een groot deel onterfd werd.
Koffie
Na de moord stond Timmermans boven iedere verdenking en het onderzoek geraakte niet
van de grond. Men kon echter wel vermoeden dat de moordenaar(s) goede bekende(n) waren van
het slachtoffer. De rechercheurs vonden immers in het huis van de misdaad een bijna leeggekookt
potje water op het brandend gasvuur dat door het slachtoffer steeds gebruikt werd om koffie te
zetten (met bonen) – een zeldzame lekkernij in oorlogstijd – wanneer familieleden op bezoek
kwamen.
Jeannette Standaert leefde teruggetrokken, ontving niemand in haar woonkamer behalve enkele
familieleden… Dus moest de misdaad door een familielid of ten minste door een goede bekende
gepleegd zijn.
Diefstal moest de drijfveer tot de misdaad zijn, zo dacht men, vermits ongeveer 35.000 fr.
baar geld uit de woning verdwenen << schenen >>. Ook had men de indruk dat de moordenaar snel
te werk ging wat slechts mogelijk was als hij zeer vertrouwd was met de ligging en de inrichting
van het huis.
Het onderzoek wees verder uit dat het wapen van de misdaad en de sleutel van de
winkelvoordeur verdwenen waren. Betreffende het moordwapen besloten de wetsgeneesheren:
“Het slachtoffer droeg op het hoofd een soort pruik” (een echt kussentje) dat de slagen heeft
getemperd. De afmetingen van het wapen beantwoorden al aan al de in gebruik zijnde
huishoudelijke hamers en ook aan de achterkant van gewone bijltjes”… Een getuige, een
buurvrouw verklaarde dat zij rond het uur van de misdaad gekerm hoorde bij Jeannette Standaert en
daarna de stem van een man. Kort nadien hoorde zij de bel van de winkeldeur rinkelen en zag zij
een man, gevolgd van een vrouw, in de richting van de markt gaan… Veel meer achterhaalde men
niet maar reeds op 22 juni1944 schreef een van de onderzoekers “Arthur Timmermans, Elisabeth
Van Driessche (de gewezen meid van het slachtoffer die nu in dienst van Timmermans was) en J.
Standaert (een andere neef) verklaren dat zij sinds geruime tijd de indruk hebben dat hun neef Frans
De Laere niet vreemd aan de moord zou zijn”.
Inciviek
Frans De Laere werd geboren te Ingelmunster op 20 oktober 1895. In 1919 huwde hij met
Elisa Standaert (een nicht van tante Jeannette). Hij vestigde zich als bankbediende eerst in
St.Niklaas daarna in Temse. Later werd hij makelaar in roerende en onroerende goederen en naast
zijn zaak in Temse richtte hij te Antwerpen aan de Pacifikatiestraat een << Comptoir général de
Financement >> op waar hij enkele dagen per week kwam. De journalist Jos Cels, die jaren geleden
een boek schreef over het geval vertelt:
“Tijdens de bezetting wordt De Laere aangehouden door de Duitsers wegens verhandeling
van goud en komt alzo terecht in de handen van het Devisen Schutz Kommando. Hij wordt op de
pijnbank gelegd en geeft uiteindelijk de namen prijs van de personen welke bij deze verhandelingen
betrokken waren. Deze << verklikking >> zal hem bij de bevrijding duur te staan komen. Op 20
januari 1945 wordt hij inderdaad gearresteerd en door de krijgsraad tot 20 jaar veroordeeld, straf
121