Page 129 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 129
onderzoeken (dat betekent: eventueel zeggen dat de rechters zich misschien of waarschijnlijk
vergist hebben) werd de h. Van Houdt weer als aanklager aangesteld. Dat was niet in strijd met de
wet, wel met het idee van hoofsheid, sereniteit, objectiviteit en grootsheid die men bij dienaren van
moeder Justitia mag veronderstellen. Hoe eerlijk, sereen, integer en geleerd ook, een magistraat kan
moeilijk harakiri plegen in het deemoedig erkennen van een mogelijke vergissing. Van een
magistraat die met enthousiasme want zonder aarzelen de zwaarste straf vroeg tegen een verdachte
mag men menselijkerwijze niet verwachten dat hij enkele jaren nadien andersom zou gaan praten.
Magistraten zijn (gelukkig) ook slechts mensen met een lovenswaardige fierheid en trouw aan de
eigen stellingen; men mag van hen niet het onmogelijke eisen. Ongetwijfeld heeft de h. Van Houdt
in eer en geweten gehandeld bij de herzieningsprocedure, maar voor de buitenstaander, voor de
man die << het gerecht ondergaat >> zal steeds de gedachte blijven dat in deze zaak niet helemaal
objectief is tewerk gegaan en dat bijgevolg de rechten van de verdediging in hoge mate geschaad
werden.
SCHAAR
Volgens De Laere zijn er trouwens nieuwe elementen in de zaak die meer dan andere feiten
wijzen op zijn waarschijnlijke onschuld. Zo zou men volgens verklaringen van een bepaalde
getuige vernomen hebben dan iemand << die het kan weten >> bekend heeft dat de moord op
Jeannette Standaert gepleegd werd, niet met een bijl – de bijl van De Laere zoals altijd beweerd
werd – maar met een schaar.
De Laere denkt niet dat hij nog de kans maakt langs de gewone procedure een nieuw proces
te krijgen. Hij wil niet weten van eerherstel of genade, hij wil dat de hele zaak overgedaan wordt
opdat zijn onschuld zonneklaar zou bewezen worden. Daarom is zijn enige hoop gevestigd op de
minister van Justitie die, zonder tussenkomst van een adviserend college van drie advocaten, de
vraag tot onderzoek naar de motieven van een mogelijke herziening kan stellen.
Persoonlijk geloven wij in de onschuld van De Laere. Als wij goed ingelicht zijn was de
openbare aanklager die tegen hem rekwireerde dezelfde als de substituut van de auditeur- generaal
die in beroep tegen Irma Laplasse pleitte. Pater Van Isacker is momenteel bezig aan een nieuwe
studie van de zaak Laplasse waaruit blijkt dat er weinig of geen bewijzen zijn dat die vrouw iemand
zou verklikt hebben. Niettemin werd zij ter dood veroordeeld en terechtgesteld. Wat De Laere’s
schuld betreft heeft men minder bewijzen dan tegen Irma Laplasse. Hij werd (gelukkig) slechts tot
levenslang veroordeeld. Hij leeft nog en het kwaad hem wellicht aangedaan kan nog gedeeltelijk
hersteld worden.
Daarom is hij niet de enige die op de minister van Justitie vertrouwt…
(L.D.L.)
(SLOT)
129