Page 110 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 110
feiten, die het Hof van Assisen niet kende. En het is met de magere ingrediënten, die het Openbaar
Ministerie toen bezat, dat de akte van beschuldiging werd opgesteld.'
De bijl als eventueel moordwapen ter sprake brengend, verklaarde Mr. Van Dieren : 'Ik had mij
voorbereid op een steekspel met de deskundigen, maar de voornaamste stuurde zijn kat ... hij gaf
forfait. In sporttermen betekent dit dat hij zich niet in staat voelt de match te winnen ...'
Professor Albert Bessemans was inderdaad afwezig. Hij was met vakantie en volgens een
mededeling van Voorzitter Van Winckel vertoefde hij in Zuid- Frankrijk.
Wat een gelukzak, riep Van Dieren uit, maar ik zou toch gekomen zijn, want het gaat hier om het
leven van een mens!
Een proces van herziening, aldus zei een volksvertegenwoordiger welke zich bezig hield met de
wijziging van de wet op de aanvragen tot herziening van veroordelingen, is een proces in het hoger
belang van de waarheid en van de gerechtigheid voor dewelke het principe van het gezag van het
gerechtelijk gewijsde moet wijken. Jammer genoeg deelde in het herzieningsproces- De Laere niet
iedereen deze mening.
Op 21 juni 1956 adviseerde het Hof van Beroep het verzoek tot herziening van het proces
inderdaad ongunstig.
Dat dit negatief advies in die dagen het effect had van een bom, hoeft niet te worden betoogd. De
openbare mening stond er immers op dat Frans De Laere ten minste de kans had moeten krijgen
voor een nieuw Hof van Assisen zijn eventuele onschuld te bewijzen.
*
Einde november 1956 kwam de zaak De Laere voor het Hof van Cassatie. .
Voor een Hof van Cassatie, dat samengesteld is uit een voorzitter en vier raadsleden, wordt zelden
of nooit gepleit over de grond van de zaak, over de feiten van de misdaad dus. Wij wisten nochtans
dat zowel Mr. Van Dieren als Mr. Naudts de rechten van de verdediging tot het uiterste zouden
doen gelden. De verwachtingen stonden dan ook zeer hoog gespannen, en het was alsof er
elektriciteit in de lucht hing van deze plechtstatige zaal die nog met kaarsen werd verlicht.
Nadat voorzitter de Bersaques in opvallend keurig Nederlands er op gewezen had dat het Hof van
Beroep te Gent in zijn arrest een ongunstig advies had uitgebracht, kwam Mr. Van Dieren
onmiddellijk tussen.
Van Dieren : Ik had gehoopt, mijnheer de Voorzitter dat Frans De Laere hier zou aanwezig geweest
zijn.
Advocaat-generaal : Ik heb hiertoe geen enkele vraag gekregen.
Van Dieren : Ik heb nochtans een verzoek gericht en het afschrift bevindt zich in het bundel ...
De haast ijzige stilte welke hierop volgde, werd dan precies op tijd verbroken door Voorzitter de
Bersaques die zei : Meester, u zult niet pleiten over de grond van de zaak.
Hiermede was de wagen dan voor goed aan het rollen.
Van Dieren : Maar ik mag toch pleiten over de bevoegdheid van het Hof.
Voorzitter. Neen, het Hof is onbevoegd om zich uit te spreken over de grond van de zaak. Het Hof
moet zich enkel uitspreken over de regelmatigheid van de rechtspleging voor het Hof van Beroep te
Gent.
U pleit dus enkel over de procedure. U moet bondig zijn want er staan nog 22 zaken op de rol.
Van Dieren : Mijnheer de Voorzitter, dat is niet mijn fout.
Voorzitter : U hebt het woord.
110