Page 61 - Inleiding
P. 61

Het pesten begon met ‘verwittigen’ en ‘dreigementen’.



               “Nu kan je niet meer lachen hé, vroeger wel, maar we hebben het je afgeleerd
               hé, maar wij kunnen wél lachen, en het is nog niet gedaan…”


               “Jij zal deze strijd verliezen en wij zullen hem winnen!”

               Gilbert Ju.: “André Cools, was ook zo iemand die ‘iets’ wou uitbrengen, maar
               die zit nu al lang onder de grond…” en “dat ze hier ‘boven’ … de
               corleone…(met de vinger wijzend naar onze directieleden) ALLES kunnen”.

               enz.


               Afzonderlijk durfden ze ook wel eens pesten, maar dan in het geniep, of in
               opdracht van leider Gilbert Ju..

               Graag kwam Benny Ha. bijvoorbeeld zo tussendoor in mijn omgeving als ‘hint’
               het liedje zingen. “Return to sender !”, enerzijds als racistische opmerking dat
               mijn vader van Poolse afkomst was en ik hier niet thuis hoorde, en anderzijds

               dat ze mij wel buiten zouden krijgen bij de NMBS.

               Na verloop van tijd hadden de pesters begrepen dat mondelinge dreigementen
               alleen, niets opbrachten...







































                ________________________________________________________________
                                                                    De pesters van het spoor           61
   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66