Page 58 - Inleiding
P. 58
Het pesten begon met ‘verwittigen’ en ‘dreigementen’.
Als ik hierop reageerde met de verklaring dat ik dergelijke herstelling op
mijn gemakje uitvoerde, hier geen extra inspanningen voor moest doen, dat
mijn manier van stappen mijn gewone manier van stappen is, en dat ik geen
afstand wilde doen van mijn beroepseer, kreeg ik telkens terug als antwoord:
“Wacht maar manneke… binnen de 3 maanden zal je doen zoals ons, en zal jij
je aangepast hebben aan ONS! We hebben dat nog gezien bij anderen en die
waren allemaal ‘VLUG’ aangepast! Je zal wel zien dat we gelijk hebben!”
Toen ze na maanden van dergelijke opmerkingen merkten dat ik mezelf
bleef, begonnen de voor pesters zo typische hatelijkheden, pesterijen,
uitsluitingen, opstokerij bij hun’ vrienden’ op de werkvloer enz…
De bazen wisten toen nog niet onder welke psychische druk ik gezet werd door
mijn collegae lassers.
Ik deed mijn werk graag. Ik deed het met verantwoordelijkheidsgevoel en
zo goed mogelijk.
Als ik de kwaliteit van het werk van mijn collegae zag, werd mijn
beroepsfierheid nog aangezwengeld en ik voelde mij daar goed bij omdat de
kwaliteit van mijn werk ook door niet-lassers werd opgemerkt en sterk werd
geapprecieerd. Regelmatig kreeg ik een schouderklopje(pluimpje) van tevreden
mensen. Op korte tijd kreeg ik vanwege de bazen de hoogst mogelijke
waarderingscijfers zodat ik bovenop mijn basisloon nog kon rekenen op de
beste premies.
Ik wilde daar blijven werken tot mijn pensioen omdat mijn werk zo
gewaardeerd werd. Ik voelde mij daar gewoon ‘de juiste man op de juiste
plaats’.
Ik wilde die job behouden en zou me niet laten wegpesten door enkele jaloerse
onbenullen was mijn mening. Maar al die pluimpjes die ik kreeg en dat hoge
waarderingscijfer, maakten de jaloezie alleen maar erger!
Intussen werd er, omdat er ‘zogezegd’ nóg te veel werk was voor drie
lassers, een nieuwe extra contractuele lasser aangenomen, Benny Ha..
Volgens ik kon verstaan uit Benny Ha. zijn verhaal, was deze indiensttreding het
gevolg van voorspraak van een familielid van Benny Ha.. Een nonkel of zo, die
blijkbaar een hogere positie had binnen de NMBS.
Wat in de privé niemand zou durven, leek Benny Ha. vanaf zijn eerste werkdag
bij de NMBS als ‘normaal’ te beschouwen.
Ik moest deze nieuweling opvangen en wegwijs maken binnen de nieuwe
werkplaats en ook betreffende de taken voor de lassers.
________________________________________________________________
De pesters van het spoor 58