Page 60 - Inleiding
P. 60

Het pesten begon met ‘verwittigen’ en ‘dreigementen’.



                      Gilbert Ju. had de gewoonte om nieuwe pesters te proberen rekruteren,
               en dan nog liefst in mijn nabijheid zodat ik goed kon horen waarmee hij bezig

               was.
               “Weet hier iemand een put waar ze vanavond nog beton in gaan storten?...”
               Die periode waren de werkzaamheden voor de HST in de omgeving volop bezig
               snap je?
               “20.000 fr. voor degene die hem de kop durft inslaan!”
               “Hij moet hier weg… eender hoe!”
               Als hij er voor zorgde dat ik deze dingen goed kon horen, kan je dus denken dat
               hij achter mijn rug om, ook wel nog met andere soorten opstokerij bezig was

               om brave collegae tegen mij in het gareel te krijgen.

                      Gilbert Ju. was ook een echte racist. Steeds maar stoefen met zijn
               lidkaart van het VB. Hij vond het plezant om toneel te spelen… bijvoorbeeld
               een pedofiel ‘in actie’. Hij was ook op zoek naar een huurmoordenaar voor zijn
               vrouw die hij beu was. Hij wou niet meer voor haar betalen enz.
               Een brutale kerel die zich ongenaakbaar vond dus. Hij had zich voor de

               omgeving het imago gecreëerd van brutale beer zodat iedereen (behalve ik),
               bang was van hem. Door dit brutale gedrag en grote mond, dwong hij het
               nodige ‘respect’ en de nodige vrijheid van handelen af.
               Ik had geen schrik van hem omdat ik tijdens mijn loopbaan veel mensenkennis
               heb opgedaan betreffende het gedrag op het werk. Overal zijn er wel zo’n
               personen die graag anderen intimideren.
               Tijdens onze eerste contacten stoefte hij graag over ‘het feit’ dat hij zichzelf
               binnen de NMBS letterlijk had ‘opgewerkt’ van strontraper achter de trein tot

               gespecialiseerd lasser
               Toen besefte hij nog niet dat hij met een écht stielman te maken kreeg…

                      De drie pesters voelden zich het sterkst en hadden meest plezier als ze
               me alle drie tegelijk konden pesten, zodat ze in elkaars ogen, en vooral in de
               ogen van hun leider Gilbert Ju. ‘groot’ konden doen.


               “Spijtig dat Hitler niet méér Polen vergast heeft, dan was uw vader daar ook
               bij, en hadden we geen last van u gehad…”

               “Wat heb jij nog te zeggen voor we je afmaken?”

               “Waarom hang jij jezelf niet op zoals die postbode? Dan zijn we van u vanaf!
               Dit is voor u toch ook de eenvoudigste oplossing om van uw problemen hier
               vanaf te geraken niet?”

                ________________________________________________________________
                                                                    De pesters van het spoor           60
   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65