Page 63 - Inleiding
P. 63

De vuile werkjes doorspelen.



                      Het enige dat ze hoefden zeggen tegen Eric V.Ov was, dat ik bijna geen
               werk had en tijd zat had om dat ‘klusje’ op te knappen, en dat zij tot over hun

               oren in het werk zaten, waarna de planning- man onmiddellijk, en zonder
               controle, zijn planning aanpaste en de opdracht naar mij doorschoof.

                      De pesters wisten precies niet dat ik al voor heter vuren had gestaan en
               dat ik deze job die tenminste ‘echt’ vakmanschap vereiste, niet tegen mijn
               goesting deed.
               Het enige wat mij niet aanstond in deze, was de pesterij op zichzelf, en het
               misbruik van de lassers via ‘hun’ planning- man.

               Ik haatte het, te moeten zien en voelen, dat die planning- man steeds passief
               dit soort ‘opdrachten’ van de pesters aanvaardde en uitvoerde, en alhoewel die
               planning- man ook nog eens vakbondsvertegenwoordiger was van mijn eigen
               vakbond kon ik niet begrijpen dat hij ondanks mijn klachten over dit misbruik,
               passief bleef mee pesten.
               Zijn antwoord was dan steeds “de andere lassers hebben geen tijd!”


                      Spijtig voor de pesters was het feit, dat dit soort pesterij zich mettertijd
               tegen henzelf ging keren omdat dankzij deze moeilijke taken mijn vakmanschap
               duidelijker zichtbaar en voelbaar werd. Niet alleen in de werkplaats, maar ook
               op de burelen waar ze na een korte tijd, de onkosten al ferm zagen dalen.
               Toen de pesters dat na verloop van tijd begonnen inzien, werd hun haat t.o.v.
               mijn persoon merkelijk versterkt.

                      Wat was namelijk het gevolg van deze pesterij voor de pesters zélf?

               De pesters waren gewoon om de scheuren ‘slecht’ te herstellen door aan de
               buitenkanten een paar millimeter uit te gutsen en dit daarna dicht te ‘pappen’,
               meestal met rutiel- electroden(zacht ijzer), terwijl dit soort herstelling met
               basische electroden (staal) moest gedaan worden.  Zo waren ze telkens vlug
               van dit vuil en lastig werk vanaf.
               Gevolg was echter, dat de betreffende locomotief telkens enkele weken later
               opnieuw binnen moest komen omdat de ‘reparaties’ na een paar kilometers

               locomotiefwerk steeds opnieuw scheurden op de zelfde plaats en over de
               gehele lengte van de ‘herstelling’.
               Dit ging zo verder jaar in, jaar uit… steeds maar de zelfde herstellingen op de
               zelfde plaatsen. Ik had in de 30 jaar daarvoor nog nooit meegemaakt, gezien, of
               gehoord dat lassingen terug middendoor scheurden in de lengte!





                ________________________________________________________________
                                                                    De pesters van het spoor           63
   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68