Page 156 - Inleiding
P. 156
Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)
Ik denk ook dat de ‘kosten’ voor een werknemer door de drie ‘bazen’ onderschat werd. Ze
konden voor het aannemen van een eerste werknemer veel sociale voordelen genieten
vanwege de overheidssteun (een paar jaar geen RSZ lasten enz. moeten betalen). Dat wél,
maar het gaat om een bedrijf van drie mensen die in feite moesten overleven van
‘kunstwerken’, en niet om een typisch bedrijf dat leeft van écht winstgevende productiviteiten.
Probleem is, dat deze drie onervaren ondernemers van nature geen psychopaten waren maar
eerder ‘gewone’ mensen die er ontzettend veel moeite mee hadden om iemand met een gezin
zo maar werkloos op straat te moeten zetten.
Misschien dat de ‘ingenieur’ zo kittig begon te doen om mij aan te zetten ‘zélf’ ontslag te
nemen zodat er geen ontslagvergoeding en andere miserie (nog meer onkosten) voor hen
zouden volgen? Zo zouden ze ook geen ‘wroeging’ moeten krijgen.
In die zin begrijp ik het.
Nog een mogelijke reden was het feit dat het kunstwerk dat door de ‘ingenieur’ in zekere zin
(op financieel vlak) verknoeid werd, verzekerd was en hij kon alleen maar van de verzekering
trekken als hij een zondebok kon vinden om de schuld op te steken.
Er was maar één werknemer en dat was ik natuurlijk.
Toen de ‘ingenieur’ hierop aanstuurde heb ik hem gezegd dat ik hem in dit geval voor de
rechter zou brengen wegens ‘EERROOF’
Ik kreeg op mijn ontslagbrief als reden “Onvoldoende geschikt voor de specifieke jobs eigen
aan het bedrijf.”
Een mooiere omschrijving dan ‘knoeier’.
Enfin… tijdens mijn ontslagperiode moest ik merken dat de ‘ingenieur’ om mij te vervangen,
een jonge en gewillige zwartwerker had aangenomen!
Ik heb medelijden met dergelijke brave avonturiers in de ‘moderne’ bedrijfswereld, maar
ondanks dit beginnersknoeiwerk ben ik verschoten van de prachtige en perfect afgewerkte
kunstwerken die dit bedrijf de volgende decennia is gaan maken.
Mijn hoed af voor deze ‘volhouders’!
155