Page 153 - Inleiding
P. 153

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        Mijn taak zou hoofdzakelijk bestaan uit laswerken.
        Er zou voor mij speciaal een laspost van 400000 bef aangekocht worden en een speciaal

        lasscherm van 10000 bef., en ik zou mogen blijven werken tot mijn pensioen.
        De hemelpoort ging dus open in mijn ogen.

        Aangezien ze voor de eerste keer te maken kregen met contracten, arbeidsreglementen,
        loonadministratie enz. hadden we afgesproken dat ik in eerste instantie 2 maand bij hen zou
        werken via een interimkantoor (T-interim Vlaanderen), om de tijd te krijgen voor het regelen
        van deze zaken. Daarna zou ik een vast contract krijgen.

        Ik ging akkoord en kon onmiddellijk beginnen!


        Alles verliep vlot en we kwamen goed overeen. Mijn drie bazen waren heel tevreden over mijn
        vakmanschap als lasser.
        Ik had wel een probleempje met het feit dat er geen toiletten bestonden. Voor het lossen van
        pipi en kaka moest ik maar mijn plan trekken in een stukje braakliggend terrein naast de
        werkplaats. Wilde ik voor kaka een menselijk toilet, dan moest ik hiervoor naar een ander

        bedrijfje op een paar honderd meter afstand gaan vragen of ik even mocht gebruik maken van
        hun toiletten.

        Na het interim werk kreeg ik onmiddellijk een contract van onbepaalde duur, zelf drie keer
        opnieuw wegens bijkomende aanpassingen en… op korte tijd kreeg ik zelf twee keer opslag!

        Maar… mijn lasposten bleven ‘antiek’ en duidelijk afgedankt te zijn, waardoor er meer werk
        was aan het herstellen van pannes, dan aan serieus laswerk.

        Ik was de ‘schuldige’ voor deze pannes volgens de ‘ingenieur’ die zichzelf voordeed als zijnde
        dé specialist op elk technisch vlak, dus ook op vlak van lassen enz.
        Op mijn verdediging tegen deze betichtingen “dat die lasposten geen kloten waard waren”
        verklaarde hij dat hij deze afgedankte rommel bij een oud- ijzer boer had opgekocht en zélf
        zodanig had opgeknapt zodat ze volgens hem even goed werkten als nieuwe lasposten!

        Meteen begreep ik de situatie. ‘Bucht blijft bucht’, en je mag de beste stielman zijn… als je

        slecht gereedschap krijgt kan je er niet aan doen dat het langer duurt om iets te ‘proberen’
        maken.





                                                                                                                 152
   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158