Page 147 - Inleiding
P. 147

Memoires’ van Marc Spandel (Deel 1: de werkvloer)

        De lasser moet de trekker blijven induwen en tijdens dit continu ritmisch open en dicht gaan
        van de lasarmen dit zware ding naar zich toe trekken en in de juiste richting sturen. Het is in

        feite heel moeilijk om zo het juiste aantal ‘MINIMUM’ verplichte puntlassen te plaatsen. Die
        ene keer is het aantal juist, maar de andere keer dus niet.
        In dit geval is het dus wél ‘veiliger’ voor de inzittenden van de auto dat er een puntlas méér
        geplaatst wordt dan x- puntlassen te weinig!
        Hoe kwaad ze ook waren op mij, ik bleef correct en met verantwoordelijkheidsgevoel werken.
        Dit is nu eenmaal een karaktertrek!

        Ik zou het mezelf immers nooit kunnen vergeven dat er gewonden of doden zouden vallen
        tijdens een ongeval, gewoon omdat ik ‘laks’ zou geweest zijn tijdens het maken van de

        versterkingen van hun wagen, gewoon om voor mijn collegae ‘seconden’ relaxtijd te sparen uit
        ‘solidariteit’.

        De ‘teamleader’ was dus meer afwezig dan aanwezig bij onze productielijn en droeg ons
        intimiderend zijn eigen ‘regeltjes’ op. “Als je 2 keer ziek bent op één jaar moet je niet meer
        rekenen op een vast contract!”… “Als je géén 5 minuten voor tijd aan je werkpost staat krijg je

        een ‘sigaar’” enz.
        Hij zorgde er voor dat ‘als voorbeeld’ soms iemand van ons om een ‘sigaar’ moest gaan naar de
        personeelsdienst.
        In mijn geval had hij er voor gezorgd dat ik aan een ‘proefperiodeloon’ bleef werken terwijl de
        anderen na een ‘normale’ proefperiode 40 bef/uur opslag hadden gekregen.
        De reden: ik hield mijn mond niet over zijn profitariaat en ‘bijverdienste’ en wilde géén
        muziekcassettes van hem kopen!


        Na een paar maand onder die ‘teamleader’ zijn gezag gewerkt te hebben, vond ik het tijd om
        die profiteur eens zélf de les te spellen.
        Ik heb hem gezegd dat ik enkele weken notities had gemaakt over hoeveel uren hij zélf mee
        productief meewerkte, en dat ik dit verslag aan de personeelsdienst zou bezorgen.
        Het record van zijn aanwezigheid in ons ‘team’ dat ik opgemeten heb, was 2u45’ op een
        werkdag, dus op andere werkdagen was hij nog minder ‘aanwezig’.
        Waar zat hij tijdens die afwezigheden? Alleen bezig zijn met de verkoop van muziekcassettes is

        onbegrijpelijk voor mij.
        Tijdens dit ‘gesprekje’ werd hij zo rood als een tomaat en begon hij die dag met de staart
        tussen de benen even mee te werken!

        Enfin…


                                                                                                                 146
   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152