Page 18 - De Koo en de donkere gangen.
P. 18

De Koo en de donkere gangen.

                                                   HOOFDSTUK 4

                                           Op avontuur in de roze grot.

                      Plots greep de eigenaar van het casino in…
               De spanning van de Koo zijn fel verdikt lijf had in de wanden van zijn schuilhol
               enkele detectoren geactiveerd die signaaltjes stuurden naar de casino-eigenaar,
               om te zeggen dat er iets uit moest… een verstekeling… een profiteur!
               De Koo was verraden en zijn aardse papa had hem dus na al die verdoken jaren
               ontdekt! Verdomme!

                      Een luid alarmsignaal weerklonk in casino klokkenspel: “INDRINGER

               GEDETECTEERD! WIEOEW…WIEOEW… WIEOEW”. De veilige
               omgeving van de Koo zijn grotje, begon te krimpen, uit te zetten, ondersteboven
               te draaien en noem maar op.
               De Koo die na al die jaren toch al wat gewoon was, wist niet waar hij het had.
               Zoiets had hij nog nooit meegemaakt en wat hem het meest ergerde, was dat die
               grot rondom hem een olieachtige substantie begon af te scheiden waardoor hij
               zijn houvast verloor.
               Vechten tegen deze slijmerige omgeving was nutteloos. Hoe meer hij vocht…
               hoe meer dit olieachtig slijm zich over de Koo verspreidde en hoe gladder het
               werd!

                      Help… Help! Riep de Koo… maar tevergeefs.
               Plots kreeg hij van iets in de wand achter hem een schop in zijn kont en met het
               geluid van een kurk die uit een champagnefles plopt, floepte hij de grot uit, recht
               in het grote zwembad, midden tussen de verse broertjes en zusjes.

                      Verwoede pogingen om terug in zijn schuilhol te kruipen brachten niets
               op want de Koo was te dik geworden. Het was immers ook te glad geworden en
               hij schoof telkens terug tussen zijn broertjes en zusjes het zwembad in.
               Grappig vond de Koo dit zeker niet, maar wél het feit dat al die broertjes en
               zusjes vol bewondering opkeken naar deze reus van een broereman…
               Ook zijn knuffeltje geraakte hij kwijt, maar een man mag nu eenmaal niet
               huilen, en zeker niet in het bijzijn van al die kleintjes hé!

                      De opmerkzame Koo moest tot de vaststelling komen dat hij niet de enige
               ‘grote’ was en dat hij tot hiertoe dus niet gemerkt had, dat deze andere ‘grote’
               broers en zusjes zich ook ergens een aantal jaren in het klokkenspel hadden
               verscholen.
               Er waren er ook met twee staarten en er waren er zelf zonder balletjes, maar
               zwemmen kosten ze des te beter.





                                                                                                        18
   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23