Page 13 - De Koo en de donkere gangen.
P. 13
De Koo en de donkere gangen.
Maar hoe komt het dat het afschieten van dat kanon voor ‘plezier’ zorgt
bij de kanonnier, ondanks de verspilling van die miljoenen leventjes?
Omdat de Koo en nog enkele van zijn soortgenoten die wat langer
achtergebleven zijn én net zoals de Koo al nageltjes gekregen hadden en de
neiging toonden om armpjes en beentjes te ontwikkelen, zich tijdens het afvuren
van dat kanon met hun korte nageltjes krampachtig aan de zijwanden van dat
klokkenspel proberen vastklampen om niet mee afgeschoten te worden.
Steeds maar van die gladde wand afglijdend en er terug opkrabbelend met
hun nageltjes geeft een jeukend gevoel bij de kanonnier, zoals luizen die op je
hoofd wriemelen ook voor jeuk zorgen.
Blijkbaar is dit soort jeuk voor de eigenaar van dit casino aangenaam, maar dus
niet voor de zich krampachtig verzettende Koo en zijn vriendjes.
Zou hier de basis liggen van machtsmisbruik? De plezante ‘jeuk’ die
machtsmisbruikers voelen als ze gewetenloos onschuldige slachtoffers maken?
De macht over leven, dood van anderen, louter en alleen om zichzelf te
plezieren?
Alles heeft een doel, maar dat machtsmisbruik door de natuur word vergoed met
genot in plaats van met straf… dàt kan er nu bij de Koo niet in.
Waarschijnlijk door die deuk in zijn kop.
13