Page 53 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 53
35. VERZOEK OM HERZIENING VAN HET PROCES.
Het was voor de ingewijden geen verrassing meer op zekere dag te vernemen, dat Frans De
Laere een vraag tot herziening van zijn proces aan het Hof van Cassatie had gericht.
Bij het verzoekschrift was, zoals de wet zulks vereist, een met redenen omkleed gunstig advies
gevoegd getekend door drie eminente advocaten, met name Mr. William Thelen, ouderdomsdeken
van de Balie te Brussel, Mr. Leon Hayoit de Termicourt, Advocaat bij het Hof van Beroep te
Brussel en Mr. Robert Logelain, alle drie ingeschreven op de tabel van de orde der Advocaten bij
het Hof van Beroep te Brussel.
Dit advies luidt :
De ondergetekenden : William Thelen, wonende te Brussel, Minimestraat 54, Leon Hayoit de
Termicourt, wonende te Brussel, Troonstraat 50, Robert Logelain, wonende te Brussel,
Coffartstraat 16, alle drie ingeschreven op de tabel der Orde van Advocaten bij het Hof van Beroep
te Brussel, zoals dit blijkt uit een attest van de Heer Stafhouder der Orde.
Na kennis genomen te hebben van het verzoekschrift van de Heer De Laere Frans, wonende te
Temse, Fr. Rooseveltstraat 53, strekkende tot herziening van zijn veroordeling tot levenslange
dwangarbeid, tegen hem uitgesproken door het Hof van Assisen van Oost-Vlaanderen de 8e
November 1950 uit hoofde van moord, gepleegd op de persoon van Standaert Jeannette in haar
woning te St. Niklaas de 17e April 1944, brengen volgend gemotiveerd advies uit:
1. De redenen die de jury bewogen hebben om verdachte schuldig te verklaren met 7 stemmen
tegen 5, en het Hof zich aan te sluiten bij de meerderheid van de jury, staan logischerwijze in de
akte van inbeschuldigingstelling vermits het blijkt uit de bundel dat geen enkele nieuwe of
onverwachte getuigenis ter zitting werd voorgebracht door het Openbaar Ministerie.
Deze redenen worden door de akte van inbeschuldigingstelling zelf betiteld als "vermoedens", de
verdachte immers heeft steeds op categorieke wijze zijn onschuld staande gehouden. En dan nog
moet men het woord "vermoeden" verstaan in zijn meest brede betekenis zodat o.m. uitgesloten
zijn de aanwezigheid van vingerafdrukken van verdachte op de plaats der misdaad, of zijn eigen
aanwezigheid ter plaatse, hetzij weinig vòòr of weinig na de moord, of zelfs dat hij naar St. Niklaas
zou gegaan zijn de dag der feiten, zodat zelfs uitgesloten is dat men na de misdaad, die gepaard
ging met een diefstal van juwelen en 40.000 Fr. bankbiljetten, zou vastgesteld hebben dat de
veroordeelde deze gestolen juwelen zou verhandeld hebben of ongewone uitgaven zou gedaan
hebben.
De vermoedens, aldus omschreven en weerhouden door de akte van inbeschuldigingstelling, zijn
ten getale van 4 en het is nuttig ze te preciseren om de uitwerking, welke de nieuwe feiten door de
veroordeelde ingeroepen, op hun overtuigingswaarde zouden hebben, te kunnen nagaan.
Eerste Vermoeden : De misdaad moet begaan zijn door een familielid van het slachtoffer. Nu de
veroordeelde was haar neef. Het bewijs van de major van deze redenering sproot voort uit :
a) het slachtoffer ontving in haar zitkamer (waar de misdaad werd begaan) slechts familieleden aan
wie ze vers gezette koffie schonk, wat het geval was voor de moordenaar.
b) de ogenblik, voor de misdaad gekozen, wijst op een familielid dewelke alleen kon weten dat zij
haar handelszaak ging overdragen aan een andere neef, 14 dagen later, en dat haar neef
Timmermans, die haar zaken behartigd had tot 5 maanden vòòr haar dood, niet meer in huis kwam.
c) de snelle uitvoering van de moord wijst op iemand die vertrouwd was met de dingen (mensen in
huis) .
53