Page 56 - HOOFDPERSONEN IN DE ZAAK DE LAERE
P. 56
De beweegreden, aan De Laere aangewreven, was de begeerte zich het geld en de juwelen, in de
secretaire aanwezig, aan te ,schaffen, en te erven van zijn tante.
Deze beweegreden kon ook Timmermans bezielen die bovendien goed mogelijk kon weten dat zijn
tante een belangrijke som ontvangen had.
Maar hoeveel raker en bijgevolg veel sterker en veel dwingender, ter aanduiding van de schuldige
aan de moord, was de drang, een onterving te voorkomen, onterving waarvan hij de reden kende en
waarvan hij de uitvoering zag aankomen (de brief aan Notaris Back), en, om hem te bewegen tot
het openen van de secretaire, de noodzakelijkheid een dreigbrief, die hem als de schuldige zou
aanwijzen, te onderscheppen.
Om deze redenen, hierboven uiteengezet, zijn we van oordeel dat de feiten, ingeroepen door De
Laere ter staving van zijn verzoekschrift tot herziening, feiten zijn die hij niet in staat was te
bewijzen ten tijde van het proces omdat hij ze niet kende - en dat deze feiten van aard zijn, als ze
bewezen zijn, de onschuld van verzoeker te bewijzen.
56